Slaap lekker!

7 sprookjes om bij weg te dromen

"Met toverlantaarn", zo prijkt in een ballonnetje op de kaft en daar is het bij dit boek duidelijk om te doen. Op die kaft vind je zelfs niet de naam van auteur, noch van de illustrator. Wie de sprookjes vertaald heeft, kom je ook niet verder in het boek te weten. De illustraties zijn van de Italiaanse Agnese Baruzzi. Het moet gezegd: haar knipsels in blauw, oranje, rood en geel vormen een indrukwekkend schaduwtheater. Het effect van de bijgevoegde toverlantaarn is prachtig, al moet je wel zelf een speciale led-lamp kopen voor je het kunt bewonderen.

De zeven – bij ons nauwelijks of niet bekende - sprookjes van Andersen zijn veel minder indrukwekkend. Ze worden geplaatst in een moraliserend kaderverhaal over Klaas Vaak met zijn twee paraplu’s voor stoute en voor lieve kinderen. Het eerste verhaal over de letters die een jongen schreef in zijn schrift, nodigt allesbehalve uit en dat betert niet in de volgende korte vertellingen die overigens als saaie titels de dagen van de week kregen. De verhalen over de kip en de zwaluw die kibbelen over de mooiste reis (natuurlijk dicht bij huis, "in de kooltuin") of over de tweelingbroer van Klaas Vaak die vlijtige kinderen vooraan op zijn paard zet, nodigen allerminst uit om weg te dromen, eerder om in slaap te vallen.

Daarbij klinkt de taal stroef, met korte zinnen zonder veel variatie in de zinsbouw, slordigheden ("Toen vertelde de ooievaar zei niets en droomde over …") en foute verwijzingen zoals in de volgende zin: "De meisjes hadden de andere kant van het koekje zo stevig vast dat hij uiteindelijk brak." De uitnodigende illustraties en vormgeving van dit boek verdienden een betere tekst.