Sjakie en Jopie

Jopie en Sjakie wonen in dezelfde straat en zijn de beste vriendjes, ze gaan samen op ontdekking in hun omgeving en halen soms kattenkwaad uit. 

Het boekje begint met tekeningen van alle voordeuren waarachter de buren van Sjakie en Joppe wonen. De buren worden één voor één voorgesteld door de twee vriendjes. Er is bijvoorbeeld Els die alleen maar op woorden komt als ze eerst het alfabet begint af te rammelen tot aan de letter waar het woord mee begint. Of er is buurman Rob waar ze een beetje bang voor zijn, en er is Siebe, een jongetje die alleen maar kan rennen en niet stappen. Allemaal buren met hun eigenaardigheden. En daartussen spelen Sakiie en Jopie de hoofdrol. Sjakie heeft een heel eigenaardig kapsel en Joppie is nooit uit zijn buurt.

Voor vierjarigen zijn de verhaaltjes nogal zoutloos verteld en de auteur gebruikt taal die soms wat ver van het bed is voor vierjarigen. In Ijs voor de hele straat staan woorden als 'waxinelichtjes', 'survivaltas', 'flapdrollen' en nog zo van dat. Het spreekt misschien tot de verbeelding. De humor is goed bedoeld maar een beetje flets. Er staan ook wat veel Engelse woorden in de tekst zoals recycling. Zoals ook de illustraties weinig origineel zijn, is dit boekje toch wat aan de schrale kant

Vooraan op de schutbladen staan liedjesteksten die je via een QR-code kan inscannen en leren zingen. Ze vullen sommige verhaaltjes aan zoals het liedje Dezelfde maan. De tekst past wel mooi als afsluiter bij het verhaal en einde van het boek.