In Schemerland
Het zit de kleine Tomas Pettersson niet mee: al meer dan een jaar heeft hij zo’n pijn in zijn benen dat hij niet anders kan dan in bed blijven liggen. Hij tekent, leest of bouwt met meccano. En elke avond komt moeder de lichten aandoen wanneer de schemer valt. Op een avond hoort Tomas hoe moeder en vader hun angst uitspreken dat hij nooit meer zal kunnen lopen. Natuurlijk was het niet de bedoeling dat hij dat hoorde. Wanneer zijn moeder even later op de kamer komt, besluit hij de lichtjes nog wat uit te laten. Hij wil graag even ‘schemeren’. En terwijl hij dat doet, hoort hij tikken op de raam: daar staat meneer Rozenstaf! Meneer Rozenstaf behoort tot het Schemervolk. Hij woont in Schemerland, het Land Dat Er Niet Is. Tomas krijgt een vriendelijke uitnodiging om met hem op pad te gaan, maar dat gaat niet. Hij kan niet lopen. “Dat doet er niet toe”, sust meneeer Rozenstaf. “Dat doet er niet toe in Schemerland.” En samen vliegen ze door het raam naar buiten. Tomas rijdt met een tram, stuurt een bus over het water, ontmoet de koning van het Schemervolk, danst met Kristina en alles kan, want niks doet er toe in Schemerland. In Het Land Dat Er Niet Is bestaat er geen pijn in je benen. Sinds die ene avond gaat Tomas elke dag mee op pad. De wonderlijke tocht eindigt altijd in zijn eigen bed. “Tot morgen in de schemering”, roept meneer Rozenstaf dan. Niet veel later komt mama binnen om de lichtjes aan te doen. 'In Schemerland' is een warme ode aan de fantasie. Dankzij de kracht van zijn verbeelding slaagt Tomas er in om elke avond even weg te geraken uit zijn ziekbed. Het mysterieuze decor van de schemering creëert het ideale moment om in weg te dromen. Ongetwijfeld een gevoel dat voor velen herkenbaar is: de rust van de avond, de stilte die komt, de vermoeidheid die zich laat voelen. De illustraties van Marit Törnqvist hebben ook de weg naar die dromerige schemering gevonden: met zachte tinten en omfloerste lijnen zet ze een lieflijke wereld neer. Een wereld waarin pijn niet aan de orde is. Dit boekje is mooi voor iedereen, maar misschien wel heel in het bijzonder voor wie een hart onder de riem wil als hij al te lang in een ziekbed ligt.