Sam Smith. Spion ontvoerd

Sam Smith is een doodgewone jongen. Hij heeft doodgewoon kort bruin haar en doodgewone blauwe ogen. Hij gaat naar een doodgewone school met doodgewone kinderen. Hij woont in een doodgewone straat met zijn doodgewone moeder en jawel zijn doodgewone vader die een doodgewoon huwelijk hebben. Kortom Sam Smith is een grijze muis zonder enige spanning of bijzondere belevenissen in zijn jonge leven.
Als hij op een dag van school naar huis wandelt, krijgt hij het gevoel niet alleen te zijn, dat hij bespied wordt. Een paar straten verder stopt er een oude grijze Mercedes enkele meters voor hem. De deur zwaait open en een hand wenkt hem. Nieuwsgierig en met een kloppend hart stapt Sam dichterbij. Hij wordt beleefd verzocht in te stappen. In de auto zitten Summer en Spring. Deze heren weten verdacht en schrikwekkend veel over Sam o.a. dat zijn leven nogal aan de saaie kant is. Hier willen zij verandering in brengen, ze bieden Sam een plaats aan op "De School". Hier zal hij opgeleid worden tot één van de belangrijkste personen van het land: namelijk geheim agent.
Hij zal les krijgen in: hoe zichzelf te bevrijden uit benarde situaties, het ontmantelen van bommen, gokspelen, achtervolgingstechnieken  en ga zo maar door. Er zit maar één addertje onder het gras: hij moet volledig breken met zijn huidige leven, dus ook met zijn ouders. Hier moet Sam - raar maar waar - maar enkele ogenblikken over nadenken voor hij tot het besluit komt dat hij De School volledig ziet zitten. Met een speciale hypnosetechniek wordt Sam uit het geheugen van zijn ouders gewist.
Eenmaal aangekomen op de school moet Sam een tandje bijsteken om de al behandelde leerstof in te halen. Hij wordt al snel vrienden met Daphne; zij maakt hem wegwijs binnen de school. Op een dag krijgt Sam een nogal vreemde opdracht van meneer December. Hij moet van zijn leraar tegen alle regels in De School verlaten. In geen tijd zit Sam verwikkeld in een ontvoeringszaak. Samen met Daphne tracht hij te achterhalen wat er allemaal aan het gebeuren is.
Bij het lezen van dit boek kreeg ik het sterke gevoel dat Jonas Boets nogal veel heeft afgekeken van J.K. Rowling. De merkwaardige leerkrachten, de speciale school, het samenkomen in de Grote Zaal, het organiseren van Zomerspelen: het deed me teveel aan Harry Potter denken om er ten volle van te kunnen genieten. Ik stoorde me ook aan het feit dat Sam er zo vlotjes voor kiest uit het leven en het geheugen van zijn ouders te verdwijnen. Dit is weinig geloofwaardig.