Saar en de mus

Saar zit hoog in haar boom en ziet dat haar poes Mies een mus aanvalt. Saar redt de mus en stopt haar in een doos. Volgens Jan zal de mus doodgaan, maar Saar geeft het zo snel niet op. Ze draagt mus in een tas rond haar nek en na een week komt de mus er weer bovenop. Maar de mus kan niet meer vliegen. Saar bedenkt hoe ze mus weer kan leren vliegen. Ze gaat samen met Jan naar de speeltuin waar ze mus op en neer laat gaan op de wip, waar ze mus van hoog naar laag laat gaan op de glijbaan. Niets helpt: mus kan niet meer vliegen, haar vleugel is lam. Terug thuis timmert Jan een leuk huisje voor mus dat een plaatsje krijgt in de boom van Saar, die nu de boom van mus is. Dit is een derde boekje over Saar voor beginnende lezers (AVI 1). Volgens de uitgever is dit boekje te lezen na drie maanden leesonderwijs, maar dit hangt natuurlijk af van de gebruikte methode en de leeservaring van het kind. Net als in de andere Saar-boekjes zijn ook hier verschillende opdrachten opgenomen, zoals zoekopdrachten, wisselrijtjes om te lezen, een rebus, … Dit is een leuk gegeven maar de opdrachten mogen niet te expliciet gegeven worden, anders dreigt het geheel wat te belerend over te komen. Saar is een wat eigenzinnig en zeer ondernemend kind, overtuigend en herkenbaar neergezet. Jan, de volwassene in dit verhaal, treedt nergens op de voorgrond en laat Saar eerst zelf ervaren dat mus nooit meer zal kunnen vliegen. De vele illustraties, overduidelijk van de hand van Annemie Berebrouckx, bieden voldoende visuele ondersteuning voor de beginnende lezer.