Robbe en de Himbamaan

Robbe is een dromerige jongen. Wat er op school verteld wordt, dringt maar zelden tot hem door. Hij droomt over verre streken en kijkt het liefst naar documentaires op televisie. Na zo’n heerlijk televisieavondje, een documentaire over de Himbastam in Namibië, droomt Robbe weg. Hij wordt ingewijd in het leven van de Himba’s door een klein Afrikaans meisje, Kanavi. Robbe beseft hoe zijn leven verschilt van dat van Kanavi en met schroom vertelt hij haar dat wij in het westen wel 50 emmers water per dag verbruiken. Plots wordt Robbe uit Himbaland teruggeroepen door zijn moeder, die hem vertelt dat het eten klaar is. Die avond wordt het tweede deel over de Himba’s uitgezonden. Plots krijgt alles een extra dimensie voor Robbe, die zich heel betrokken voelt. Nadien wordt er duchtig nagediscussieerd over problemen en eventuele oplossingen in derdewereldlanden. 'Robbe en de Himbamaan' is duidelijk geschreven om kinderen bewust te maken van de kloof tussen arm en rijk en is erg moraliserend. Het boek is ook tot stand gekomen in samenwerking met Himbakinderen, die tekeningen hebben gemaakt waarop sommige illustraties uit het boek gebaseerd zijn. Het project is ook gesteund door de Vlaamse Regering en door diverse non-profitorganisaties. De tekst leest vrij stroef. De zinnen zijn soms kort en eenvoudig maar dan weer langer en complex. Ook de woordkeuze past soms niet bij het taalgebruik van een tienjarige. De illustraties zijn collages, prachtige natuurfoto’s waarop wat kinderlijk geschilderde figuren zijn gekleefd. Die figuren zijn gebaseerd op de tekeningen van de Himbakinderen. Wat me stoort, is dat de illustraties op het verhaal vooruitlopen. Je ziet een Himbameisje op een rots maar het meisje wordt pas op de volgende pagina geïntroduceerd. Het idee om kinderen te laten stilstaan bij de derdewereldproblematiek is op zich een mooi project, maar de uitvoering is te weinig coherent en mist literaire waarde.