Quinnie & Quinn

Purperen liefde

In het rijk Felicië, geleid door Auriko Kimler "de grote leider", worden tijdens een ceremonie twee 14-jarige jongeren aan elkaar gekoppeld: naast alle andere jongeren wordt Q55 meisje gelinkt aan Q55 jongen. Ze worden door een vredesvriend begeleid naar een kamer met als doel om, in een strakke liefdeloze regie, te zorgen voor een baby. Beide Q’s weten dat ze tot hun 26ste kunnen leven en dan zullen dood gaan. Want zo heeft de grote leider het bepaald. Maar beide Q55's slagen erin elkaar een naam te geven: Quinnie en Quinn. En wat meer is, ze slagen erin om te ontsnappen uit het complex. Achtervolgd door bewapende vredesvrienden vluchten ze de onbekende, wijde wereld in. Ze voelen zich vrij en ontmoeten tijdens hun tocht allerlei vreemde wezens in vreemde streken. De vraag is of ze echt vrij zijn of dat alles gepland en georkestreerd is door de grote leider ...

Het science fiction-verhaal gaat over twee jongeren die een totalitair regime proberen te ontvluchten. Alles wordt bepaald door Auriko Kimler, de grote leider. De volledige levensloop van conceptie, kindertijd tot het vroegtijdig stopzetten van je leven is tot in de puntjes uitgetekend en wordt heel streng bewaakt door vredesvrienden. Zelfs tijdens de lessen rekenen en biologie wordt alles in relatie met de grote leider gebracht. Elke afwijking of protest wordt streng bestraft.

Tijdens hun vlucht komen de twee jongeren in een andere wereld terecht waar angst en onzekerheid bepalend zijn. De angst is nu de constante factor. Waar eerst hun wereld werd beheerst door totale zekerheid, wordt deze nu bepaald door soms afgrijselijke onzekerheid. Voorbeelden hierbij zijn wanneer ze de hutvrouw ontmoeten die niet het lieve oude dametje blijkt te zijn maar lijdt aan MPD en dus 4 persoonlijkheden heeft, waarbij de persoon van de vader enorm boosaardig uit de hoek komt. Of de figuur van Dalai Baba die het hoofd is van een – op het eerste zicht – vredevol dorp, maar uiteindelijk hen woest probeert te doden. In dit dorp ontmoet Quinnie haar moeder. Wat eerst een ongelooflijk mooi moment is, ontaardt in een nachtmerrie.

Het boek is een opvolging van kleine fantasierijke werelden met psychedelische paddenstoelen, giftige gele nevels, de doodlopende stad waar ze iemand ontmoeten die jaagt op zijn gemoedsrust, paradijselijke plekken zoals de waterval en stranden. Leuke insteken zijn de Aah-deur bij de Hutvrouw en de tekst met veelvuldig “kakken” in plaats van “smurfen” op pagina 50-51.

Het Boek omvat 4 grote delen met daaronder een aantal korte hoofdstukken. Hierdoor kan je vlot overgaan van het ene deel op het andere. Dit is belangrijk omdat het voor- en nadeel van het boek is dat het gebald is geschreven in een verhaal dat 119 bladzijden omvat. Het is een krachttoer en vlot geschreven. Het is niet evident om in zo'n kort bestek een volledig nieuwe wereld voor te stellen. Bijvoorbeeld het verhaal in de doodlopende stad is moeilijk te bevatten en voor te stellen.

Het is een fantasierijk boek met een knap geschreven “existentiële” mix van liefde, angst, macht en het vals gevoel van vrijheid.