Mette is een vijftienjarige tiener die wat geld bijverdient door kinderen op te passen. Wanneer Mette wordt gevraagd om op een nieuw adres te komen oppassen neemt ze dit gretig aan. De alleenstaande moeder gaat die avond naar de ouderavond van haar kleuter en blijft hoogstens anderhalf uurtje weg. De baby en de kleuter liggen al te slapen wanneer Mette aankomt. Mette snuffelt wat rond in de woning om de bewoners beter te leren kennen, sms't wat met Lars haar vriendje en kijkt televisie. Wanneer de moeder thuiskomt en de baby dood in haar bedje blijkt te liggen begint voor Mette de hel. De proloog verklapt al meteen hoe de zaak in elkaar zit. De moeder lijdt aan Münchhausen by proxy. Door haar kinderen te mishandelen en ziek te maken, zonder dat iemand iets vermoedt, krijgt ze veel aandacht van haar omgeving, dokters en verpleegsters. Die avond was ze overstuur door een telefoontje van de vermoedelijke vader van de baby, ze schudde het kind door elkaar zodat het later overleed. Het verhaal gaat dan over de belevenissen van Mette en haar vriend Lars en hoe ze de waarheid achterhalen en Mettes onschuld bewijzen. Een detectiveverhaal dus, opgehangen aan een ingrijpende gebeurtenis in het leven van een tiener. Veel psychologische diepgang moet je niet verwachten, maar de onmacht van Mette tegenover de juridische mallemolen en haar schuldgevoel zijn treffend beschreven.