De verschrikkelijke tweelingzusjes Ellie en Nellie hebben het zo vreselijk bont gemaakt dat ze voor altijd weg moeten gaan. Ze vertrekken samen met hun ouders met de boot naar Spanje, waar hun oma woont en niemand hen kent. Maar ze komen in een vreselijke storm terecht en lijden schipbreuk. Gelukkig weten ze zich te redden door op een koffer te klimmen. Ze spoelen aan in Italië. Het stadje is zo leuk dat ze er blijven. Moeder richt een eethuisje in met geld dat vader van een stel vrienden krijgt. Ellie en Nellie gaan bedelen op straat en verzinnen een wel erg pesterige manier om andere kinderen geld afhandig te maken. De 'vrienden' van vader blijven niet lang vriendelijk wanneer het geld niet snel genoeg terugbetaald kan worden en dan komt de ware aard van moeder boven. Het is maar de vraag of alles goed komt en of Ellie en Nellie nog wel echt een tweeling zijn.
De teneur van de vorige boeken over deze tweeling wordt verdergezet. Ze zijn helemaal niet lief en alles wordt nogal extreem voorgesteld. De verhalen zijn avontuurlijk en lezen vlot, maar hebben weinig aantrekkelijks omdat er niets herkenbaars in zit. Geïllustreerd met zwart-wittekeningen.