Op een koude winternacht

Dit winterverhaal ziet er erg sfeervol uit. Jammer genoeg is de tekst veel te zwaar en te onsamenhangend om deze sfeer ook naar de lezer of jonge luisteraar over te brengen. Er wordt veel te veel gebruikgemaakt van beeldspraak waardoor de samenhang in het verhaal verloren gaat. Met veel te veel woorden wordt er beschreven wat er gebeurt wanneer “je” ligt te slapen. Het ik-personage zou daarvan een tekening maken. Daarna lezen we heel gefragmenteerd wat er allemaal buiten aan het gebeuren is. Soms gaan we terug naar de tekening, soms ook niet. De rol van het kind dat de tekening zal krijgen is ook erg onduidelijk.

De beschrijving van de winterse taferelen gaat traag, wat waarschijnlijk de bedoeling is om bij het seizoen te passen. Toch is er geen meerwaarde. Zo lees je: “vroeg ik de vrieskou of hij met zijn ijsklompjes over je raam wou dansen. Hij draaide en twistte en tolde, kronkelde langs de rand en hield het midden glad als een bevroren plas”. Uiteindelijk blijkt dat de 'tekenaar' gewoon een raam in je kamer heeft gemaakt, zodat jij al die mooie dingen zou kunnen zien. Alleen is het nachtleven natuurlijk overdag niet te zien. De clue gaat dan ook een beetje verloren in de groteske beschrijving. Bovendien wordt dit ook niet letterlijk gezegd en is het enkel weggelegd aan de geoefende kijker/lezer om hier achter te komen. Bijzonder jammer, want de illustraties zijn wel oké en verdienen een mooiere tekst.