onzichtbare dingen

'Heb je alles al gezien?' is de vraag die in de start wordt gesteld. Direct wordt geantwoord dat het antwoord nooit positief kan zijn, want er zijn zo veel dingen die onzichtbaar zijn. Het eerste onzichtbare dat ze aanhalen is de informatie die we ontvangen van de zintuigen. Daarna gaat men naar de onzichtbare dingen die je voelt vanbinnen, maar eveneens naar wat voor sfeer er kan heersen of je angst hebt of juist heel veel lef. Er wordt stil gestaan bij het feit hoe je je nu voelt en dat het oké is om je niet altijd blij te voelen en dat je er dan over kunt praten.

De opzet van dit boek is om jonge kinderen ertoe aan te zetten om over hun gevoelens te praten. Men gaat het onzichtbare toch zichtbaar maken en daar zit al een grote struikelblok, want zo ontneem je jonge kinderen de kans om onbevangen hun idee vorm te geven, om ze er zelf over na te laten denken en echt te leren voelen wat er in hun omgaat zonder het stereotiepe beeld van vuur bij boosheid en een zonnetje voor dankbaarheid. Jonge kinderen kunnen zeer moeilijk benoemen wat zij voelen, laat staan het onder woorden brengen en dan worden ze meteen opgezadeld met beelden hoe de illustratrice het voorstelt en veeg je daarmee ook de mogelijkheid van de baan om het kind de kans te geven om er zelf een tekening of beeld van te maken. Zo beperk je hun persoonlijk ervaringen en belemmer je hun fantasie. Op het moment dat je hen zou kunnen helpen door zeer open een paar onzichtbare dingen te benoemen die elke dag voorkomen, is de inspiratie beperkt tot drie dingen op een dubbele bladzijde. De onzichtbare en denkbeeldige bril die je op de grijze schutbladen bij de start moet opzetten en helemaal op het einde moet afzetten op de gekleurde schutbladen kan mij niet overtuigen om een toegevoegde waarde te zijn en de verbeeldingskracht bij kleuters te vergroten.

 Een boek dat mij niet kan overtuigen, noch wat de opzet betreft, noch de tekst, noch de illustraties.