Nietje

Fee is een verlegen meisje. Op school speelt ze nooit mee met de andere kinderen en door haar dromerige aard let ze vaak niet op in de klas, waardoor de juf haar geduld met haar verliest. Als paps ziek wordt en plots naar het ziekenhuis moet, wordt het er voor Fee niet gemakkelijker op. Gelukkig krijgt ze veel steun van haar kleurrijke oma Serpentine en ontmoet ze een wel zeer bijzondere vriend. Nietje, een muis die kan praten, schrijft haar briefjes en staat haar bij met advies over vriendschap en gelukkig zijn. Eindelijk durft ze een praatje slaan met Stijn, een jongen uit haar klas, die ze al heel lang leuk vindt. Ze ontdekt dat meespelen veel fijner is dan aan de kant te staan kijken. Plots heeft Fee een heleboel vrienden. Als het met paps ook nog allemaal in orde blijkt te komen, kan Fee haar geluk niet meer op. Een gevoelig boekje over vriendschap en opkomen voor jezelf. Helaas zijn de gevoelens onvoldoende uitgediept en blijft het bij oppervlakkig beschreven emoties. In de nare gedachten van Fee kan je als volwassene wel inkomen, maar het is allemaal een beetje te negatief. Over de problemen die aan bod komen, wordt al te licht overgegaan. Zo rijst de vraag welke ziekte de vader wel heeft. Hij werd geopereerd aan een knobbeltje in zijn hoofd, terwijl het enige dat er in het ziekenhuis aan hem te zien is een darmpje is dat uit zijn neus komt. Om de kwaaltjes op te lossen wordt een wezentje tevoorschijn getoverd met een nietje in zijn oor, als een beschermengeltje dat in je oor fluistert wat je moet doen. Behoorlijk onrealistisch, terwijl de moeilijke thema’s die worden aangekaart wel wat meer aandacht verdienen.