Niet dringen alsjeblieft

Kris, Sofietje, Bas en hun babybroertje Josje moeten twee weken hun vader missen, die voor z’n werk in de bergen zit. Om hun vader te laten meegenieten van hun reilen en zeilen tijdens die tijd, houden ze voor hem een reusachtig dagboek bij. Wanneer hun vader thuiskomt, zou het gewone leven weer moeten beginnen. Zou moeten, maar de volgende ochtend ligt Josje dood in zijn wieg. De moeder sluit zich volledig op in zichzelf, en soms ook letterlijk in het onaangeroerde babykamertje. De kinderen kunnen nergens terecht met hun verdriet en leren op de tippen van hun tenen te leven. Na een lange, donkere, en drukkende winter, net voor Kris' tiende verjaardag, neemt hun moeder plots de draad weer op. Dit verhaal is niet bepaald evenwichtig opgebouwd: op de laatste 20 bladzijden sterft Josje en wordt hij begraven, valt de moeder in een depressie en komt ze er maanden later ook weer uit. De 80 bladzijden die eraan voorafgaan, beslaan daarentegen precies twee weekjes kabbelend dagelijks leven van het gezin. Op een uitzonderlijk ontroerend moment na, overweegt het melodramatische, in de stijl van de eindzinnen "Hij heeft al een mooi geschenk gekregen. Het mooiste dat hij zich dromen kon: mama is terug. Wat kan hij nog meer wensen?" (p. 104). Dat het boek niet beklijft, ligt voor een deel ook aan de geforceerde taal. De ronduit afgrijselijke cover zal flink wat mensen tegenhouden.