Dolfje Weerwolfje rent door het bos. Het is volle maan. Hij huilt naar de maan zoals alle weerwolven dat doen. Dolfje is klaar voor de jacht. Hij heeft last van zijn jagersbloed en is veel te wild. Noura is zelfs bang van hem, het lijkt wel alsof hij haar wil bijten.
Ze zijn niet de enigen in het bos. Knuppel, de weerwolfjager, is er ook. Die bereidt een val voor, zijn geweer in de aanslag. Al vlug is niet alleen Dolfje, maar ook Noura in gevaar. Gelukkig is er ook nog Leo, de neef van Dolfje en de grootste weerwolf van het bos.
De lezer zit meteen in een spannend, maar net niet te eng avontuur. De griezelige passages worden gekruid met wat humor, zodat het luchtig en verteerbaar blijft.
In deze reeks verscheen eerder ‘Het nachtmerrieneefje’. Beide boeken zijn ideale smaakmakers voor de andere boeken van Dolfje Weerwolfje. In korte, duidelijke zinnen weet Paul van Loon beginnende lezers te boeien. De bladspiegel is rustig en heel overzichtelijk. Elke zin begint op een nieuwe regel. Het verhaal wordt goed ondersteund met gekleurde illustraties. Dit boek is ook apart te lezen. Voorlezen vanaf zeven jaar, zelf lezen vanaf acht jaar.