Naar trollebotn

Dirk Vrancken versmelt in ‘Naar Trollebotn’ vakkundig twee verhalen met elkaar, die elkaar op het einde perfect omsluiten. Hoofdstuk na hoofdstuk wisselen zij elkaar af. In het ene zit een meisje (vrouw?) bij het haardvuur te waken bij haar kind (Jorunn). En in het andere ontvluchten een meisje (Mari) en haar broer (Roar) hun dorp en de woeste dorpelingen. Roar heeft zich hun woede op de hals gehaald door stoerdoenerij en door de god Thor te tarten. Op hun vlucht verdwalen ze in het ondergesneeuwde, onmetelijke woud en komen er in confrontatie met de trol Tvester op Trollebotn. Dank zij de geest in de kruik, Brynja, komt alles tot een goed einde. Het verhaal is spannend geschreven, als een soort roetsjbaan van gebeurtenissen, maar af en toe verlang je naar wat rust. Dit sneltreintempo verhindert ook een grondige uitwerking van de hoofdpersonages en hun emoties. Tot op het einde kom je niet te weten of het kinderen zijn of volwassenen. Terwijl de auteur in een nawoord schrijft over twee kinderen. Maar wat ze hier allemaal beleven en hoe ze reageren: het lijkt me allemaal wat te veel voor kinderen. En Mari bevalt op het einde van een dochtertje. Kinderen? … De mysterieuze opbouw is weinig helder en roept vele vragen op die te lang onbeantwoord blijven. Vanaf het begin vraag je je af wat die twee verhalen met elkaar te maken hebben. Pas in de helft van het boek op p. 40 krijg je een link die je een zucht van opluchting bezorgt. Vanaf dan lopen de twee verhalen mooi naast en door elkaar naar een einde waar alles in de plooi valt. De vele mysteries, verwant aan Noorse legendes, die in het verhaal verweven zitten, maken het er ook niet gemakkelijker op en zorgen vaak voor ongeloofwaardige wendingen. Zoals het verdwijnen (en later terugkeren) van Roar, het plotse blind worden van Mari, haar zwangerschap, enz … De auteur schrijft erg beeldend, waardoor je fantasie wordt aangewakkerd. Maar de illustraties doen dit teniet. De illustrator kan, met haar houtskoollijnen, wel mooie sferen opbouwen, maar haar figuren zijn te braaf en te flauw voor dit verhaal. Tot slot, het is een detail maar toch … jammer van de verschillende taalfouten.