Mot en de metaalvissers

Sanne Rooseboom

Het eerste wat Mot opviel toen ze haar hoofd uit het luik stak, was de geur van De Werf. Het rook er warm. Naar warme aarde en planten na een regenbui. En het rook er roestig.” Aan de hand van dat korte fragment kan je de sfeer terugvinden die doorheen het hele verhaal een constante is. Het roestige, wat je frequent kan terugvinden in de verhaallijn, zie je ook letterlijk in het boek. Het is verwerkt in de mooie illustratie op de cover, in de prachtige schutbladen en op versieringen en tekeningen doorheen het hele boek. De auteur slaagt er zo in om een nostalgisch gevoel op te roepen in deze fictieve en geheimzinnige wereld. Er worden veel vraagtekens geplaatst, maar je krijgt constant voldoende informatie aangereikt om geïntrigeerd verder te lezen.

Mot – geboortenaam Vlinder – haar moeder hoopte op een nette, fleurige dochter die gek is op mode. Alleen kreeg ze een dochter die houdt van zwart, stoer en metaalvissen. Dus koos Mot voor zichzelf een meer gepaste naam. Wanneer Mot een kleine duikboot opvist – met een geheimzinnig verleden – springen haar vrienden te hulp. Ze willen de duikboot uit de handen houden van Arkon Bolwerd, een rijke inwoner die altijd zijn zin doet, zonder rekening te houden met anderen. En ze willen vooral de geschiedenis van de duikboot naar boven brengen. Want die geschiedenis zou belangrijke antwoorden kunnen bevatten. Belangrijk voor de stad en voor alle inwoners. Doorheen die grote verhaallijn wordt ook de relatie tussen Mot en haar moeder mooi weergegeven. Ze zijn twee tegengestelden, en dan is het soms gewoon lastiger om van elkaar te houden.

Met Mot en de metaalvissers is Sanne Rooseboom niet aan haar proefstuk toe. Ze schreef eerder ook al series zoals Het Ministerie van Oplossingen en Jippie. Sophie Pluim – de illustrator – deed ook al veel ervaring op en illustreerde onder andere al Mijn jaar in een tent van Tiny Fisscher. Bij dit boek ondersteunt ze het verhaal en de sfeer van deze wereld op een prachtige manier.