Morris in vuur en vlam

Een verlegen en eenzame jongen van twaalf wordt verliefd op een meisje van zestien. Morris woont sinds enkele weken in Nederland en heeft geen vrienden. Hij heeft eigenlijk nooit voldoende tijd om leeftijdsgenoten te leren kennen, want ze verhuizen voortdurend omwille van het beroep van zijn vader. Al dat reizen heeft een negatieve invloed op de jonge adolescent. Hij wordt geplaagd door nachtmerries, voelt zich erg eenzaam en heeft daarom een fictieve wereld opgebouwd, waarin hij de held is. De ontmoeting met de zestienjarige Esther in het leegstaande huis in zijn straat zal daar verandering in brengen. Het huis fungeert als een geheime ontmoetingsplaats voor het meisje en haar veel oudere vriend Dennis. Aanvankelijk beschouwt zij Morris als een vertrouweling, een soort broertje dat zij mist. Geleidelijk aan krijgt Esther gevoelens voor Morris en breekt zij met haar vriend. Haar keuze wordt niet enkel bepaald door Morris’ attente karakter, maar ook omdat hij haar steunt wanneer zij vlucht voor haar strenge vader en onderdak vindt in het leegstaande pand. Er komt een abrupt einde aan wanneer het huis in vlammen opgaat en Morris haar net op tijd kan redden. Hij wordt hierdoor een held en wint Esther voor zich. Het verhaal is weinig geloofwaardig en kan niet echt bekoren, tenzij men valt voor grof taalgebruik - “shit de fuck” - en bizarre zinsconstructies in de trend van: “Zijn benen lopen vanzelf.”