Mijn grote woordenboek

Zoals meer boeken uit deze reeks richt dit grote kartonboek zich tot peuters die beginnen te praten. Op een schijnbaar willekeurige wijze werden een aantal foto’s met bijhorende onderschriften gegroepeerd. Op de eerste vijf op elkaar aansluitende dubbele bladzijden zijn dieren terug te vinden. Onder duidelijke, herkenbare foto’s staat de naam, voorzien van het bijhorende lidwoord te lezen. Vervolgens worden een aantal dubbele bladzijden aan treinen gewijd. Hier breidt de woordenschat zich al meer uit met adjectieven tussen lidwoord en naamwoord. Daarna zijn op een aantal bladzijden allerlei soorten auto’s en aanverwante vervoermiddelen opgenomen. De laatste vier dubbele bladzijden nemen kijker en lezer mee naar het leven in de lucht, in de stad, in de zee en in de natuur.
Dit duidelijk op Amerika geïnspireerde boek biedt de volwassen medelezer de mogelijkheid om te differentiëren. Aanvankelijk volstaan wellicht alleen de benamingen als de ijsbeer, de brandweerauto en het woud. Later kunnen deze worden uitgebreid met de vliegende vogels, de tractor met de hoogmachine of het leeuwenwelpje. Voor wie nog meer wil is er de TGV (Train à grande vitesse), de kolentransporttrein, het grote cruiseschip of de geschubde hagedis.
Vragen onder elke bladzijde nodigen uit om meer gedetailleerd op zoek te gaan. Dit aanwijsboek met afgeronde hoeken kan wie geïnteresseerd raakt wellicht veel kijk- wijs- en spreekplezier bieden.