Mijn eerste wereldatlas

Op ’t eerste zicht lijkt dit boek een verdienstelijke poging om de wereld bevattelijk voor te stellen voor kinderen vanaf het eerste leerjaar. Zoals je van een atlas kan verwachten, krijg je per continent informatie over de natuur, een beeld van de bevolking, en een overzicht van de landen. Daarnaast worden ook de Noord- en Zuidpool kort besproken. Een landenindex en een overzicht van alle vlaggen sluiten het geheel af. Een uitsmijter vormt de uitvouwbare en uitneembare wereldkaart, die als poster gebruikt kan worden en waarop je een aantal wetenswaardigheden vindt als de grootste woestijn, het laagste punt, etc. Dit alles is heel aantrekkelijk gepresenteerd, in korte legendes bij niet onaardige illustraties. Om het voor kinderen allemaal wat sprekender te maken, krijg je per land informatie die op hen toegespitst is, bv. de herkomst van Lego in Denemarken, of de All Blacks in Nieuw-Zeeland. Heel leuk is daarbij de indentiteitskaart van een kind of jongere, die een blik werpt op het leven van een leeftijdsgenoot in elk werelddeel. Ook per continent geeft een beeld van een markt een goed idee van hoe de bevolking er leeft. Voor Noord-Amerika is dit een shopping mall uiteraard. Het spreekt voor zich dat een wereldatlas enkel zeer beknopte informatie kan geven, waardoor veralgemeningen en cliché’s niet veraf zijn. Maar soms gaat men hierin toch echt wel wat te ver. Een voorbeeld: “In de winter liggen de straten van Montréal er verlaten bij. Dit komt omdat de bewoners onder de grond leven.” (p. 26). Maar mijn grootste probleem met deze atlas is dat hij simpel oogt, maar dat eigenlijk toch niet echt is. Zo is de geschiedenis van Amerika bv., hoewel in een aantrekkelijk stripje gegoten, een kluwen waarin Noord en Zuid op een hoop gegooid wordt, zodat ik er zelf amper aan uit kan. Echt bijzonder jammer, want makkelijk te vermijden, zijn de nodeloos ingewikkelde formuleringen als “Hij heeft zich voornamelijk gevestigd...daar waar de landbouw wordt begunstigd.” (p. 5). Of evengoed het gebruik van woorden als “garrigue en maquis” (p. 6), “sonar” (p. 9), en “guaqueros” (p. 33) zonder dat hier uitleg bij gegeven wordt. Ik zou er dan ook zeker voor pleiten de leeftijd op te trekken naar acht jaar in plaats van de gesuggereerde zes.