Meester Kikker

Meester Frans heeft een geheim: als hij heel erg veel aan kikkers denkt, dan verandert hij in een kikker. De kinderen geloven hem eerst niet en als Sita, Wouter en Dennis op onderzoek uitgaan, gebeurt er helemaal niets. Maar dan verandert hij in de klas in een kikker! Nu is goede raad duur. Want hoe wordt hij nu terug een mens? Pas als hij een dikke bromvlieg eet, zo blijkt. Vanaf nu heeft Wouter er steeds eentje bij zich, in een potje. Je weet maar nooit. De kinderen doen er alles aan om hun meester te beschermen, vooral tegen meneer Stork, de directeur die voortdurend strafpunten uitdeelt en het vooral op meester Frans gemunt heeft. Meneer Stork heeft echter ook een geheim: hij verandert in een grote, gemene zwarte ooievaar, die alleen weer mens wordt als hij een kikker opeet. De kinderen lokken hem in de val, en zorgen ervoor dat hij nooit meer kikkers eet. En dan is er nog Juf Suzan: meester Frans is verliefd op haar. Kan zij houden van een man die in een kikker verandert? Dit is een zeer grappig boek, met een goede afloop. Het is bijzonder spannend, maar wordt nergens griezelig of eng. De korte hoofdstukjes en de vele dialogen geven het boek heel wat vaart. De humor zit hem niet alleen in de situatie, maar ook in woordspelingen als ‘daar kikker je van op’ of ‘ik ben verkikkerd op jou’. Bovendien is juf Susan verzot op kikkerbilletjes, echte wel te verstaan. ('Kijk dan', zei Wouter. 'Ze kan hem wel opvreten.' p. 51) De bladspiegel is nergens overladen, en de illustraties van Hugo van Look vullen het verhaal zeer goed aan. Dit is een heerlijk boek, dat na 21 drukken nog steeds niet verveelt. Vrolijk, fantasievol en toch niet echt voorspelbaar. Zo mag Paul van Loon er nog schrijven. Voorlezen kan vanaf zes, zelf lezen vanaf acht.