Mare en Sebas zijn echte helden

Zwijsen is gekend om zijn taalmethodes en zijn goede leesboeken. De reeks ‘Boekbende’ is ontwikkeld om tegemoet te komen aan de noden van de jonge lezer. Na het aanvankelijk lezen is het immers belangrijk dat het kind veel leest. Daardoor zal het ook steeds beter gaan lezen. De boeken uit deze reeks zijn wat dikker en volgen de leesontwikkeling van kinderen stap voor stap. Ze volgen de huidige AVI-indeling die door het Cito is opgesteld. Boekbende gaat er prat op om spannende boeken te bieden en dat in verschillende leeftijdscategorieën. Daarenboven sluiten ze aan op de technische leesontwikkeling van kinderen. Zo krijgen ze alle kansen om goede lezers te worden. De lay-out is rustig en overzichtelijk. De bladspiegel wordt regelmatig doorbroken door een passende illustratie. Cover en inhoud sluiten goed aan bij de leefwereld van de lezers. Het verhaal wordt in stripverhaal verkort weergegeven aan de binnenkant van de cover.
Mare en Sebas, twee vriendjes, zijn eigenlijk zeemeerminnen. Ze zijn op vakantie in Frankrijk. Als ze ’s morgens vroeg de zee induiken horen ze de zeepaardjes jammeren. Blijkbaar heeft Kapitein Inktvis al het goud gestolen en houdt hij ook nog Tobi, de orka, gevangen. Het hele dorp staat in rep en roer. Mare en Sebas willen de zeepaardjes helpen en gaan op zoek. Het zeepaardje Reeser vergezelt hen op hun avontuur. Samen gaan ze op zoek naar de schuilplaats van Kapitein Inktvis. Als ze die gevonden hebben, moeten ze er nog in slagen Tobi te bevrijden en het goud terug te brengen. Een hele opdracht!
De auteur schreef dit boek samen met haar zoontje van negen jaar. Het verhaal komt ook een beetje over als een kinder-bedenksel, wat dan wat bewerkt werd. Het verhaal is eerder zwak en weinig boeiend. Er is goed op woordgebruik en taal gelet. Toch slaagt dit boek er niet echt in om de aandacht vast te houden. Het is te voorspelbaar en mist karakter.
Leuke illustraties vullen het verhaal aan.