Mali

In de woestijn leeft een lieve kameel die net als alle andere kamelen twee bulten heeft. Maar één bult hangt slap naar beneden. Daardoor wordt hij door de andere kamelen uitgelachen. Overmand door verdriet en schaamte vertrekt Mali diep in de nacht. Hij loopt door de woestijn en ontmoet er verschillende dieren die allemaal verdrietig zijn omdat ze een of ander complex hebben. Zo is er de springmuis die te klein is, de struisvogel die niet kan vliegen, de kleine leeuw die nog geen manen heeft, … Mali weet hen stuk voor stuk te troosten en wijst hen op eigenschappen die ze wel hebben en die andere dieren dan weer niet hebben. Mali loopt verder tot hij aan een dorp komt. Een lieve jongen die geen vriendjes heeft en in Mali een nieuwe vriend ziet, neemt hem mee. Mali krijgt eten en drinken en laat het jongetje op zijn rug rijden. Al gauw zijn alle kinderen dol op Mali en heeft het jongetje er een hoop vrienden bij. Nooit had Mali gedacht dat hij zo gelukkig zou zijn … Een stapelverhaal dat zich in een woestijnlandschap afspeelt maar een universeel thema behandelt. Mali met zijn slappe bult is verdrietig en verlaat zijn vertrouwde omgeving, wil zijn ouders ook niet lastig vallen met zijn probleem omdat zij al genoeg zorgen hebben. (Niet echt een juiste boodschap, val je ouders niet lastig met je problemen maar verwijder jezelf!) Hij weet de andere dieren telkens op te peppen en wordt warm onthaald in het dorp van het jongetje en van een complex over zijn slappe bult is plots geen sprake meer. Enkel in de tekeningen is duidelijk welk voordeel de slappe bult heeft: het jongetje kan zo makkelijk op zijn rug rijden. Het boek is vlot geschreven maar noch de tekeningen, noch het verhaal weten mij te bekoren. Sommige tekeningen zijn wel sfeervol. De dieren ogen nogal houterig, ze zijn een kruising tussen realisme en fantasie.