Lodewijk de koningspinguïn

Soms is het in het leven gemakkelijker om gewoon met de stroom mee te gaan. Lodewijk doet dat echter niet. Hij gaat zijn eigen weg, volgt zijn eigen logica: “Een pinguïn is een vogel. En vogels kunnen vliegen. Dus ik kan vliegen.” En plots krijgt die ene kleine pinguïn te kampen met voor- en tegenstanders. Zelfs koningspinguïn Frederik de Derde, de koning der koningspinguïns, krijgt interesse voor deze vreemde pinguïn in de bijt … Lodewijk is een beetje gek, maar niet gek genoeg. Dat zint de koning niet, want die heeft een plan. Het volk wil sensatie, en dat zal hij hen geven. Lodewijk wordt opgevoerd als idioot en het volk kan kiezen tussen hem of vijand nummer één: de verschrikkelijke eierbreker en kinderverwisselaar Marcel Vantgat. Lodewijk wordt verbannen, voor eeuwig, tenzij hij binnen drie dagen komt teruggevlogen. En Lodewijk vliegt … eenmalig. “Eh, is Lodewijk dood? Misschien wel, maar misschien ook niet.” Einde… Of niet? De laatste woorden van het boek illustreren mooi waarover het eigenlijk gaat: niets is zeker. Op een mooie, sprookjesachtige manier wordt er gefilosofeerd over anders zijn, over macht en onmacht en over twijfel en onzekerheid. “Lodewijk is een beetje een vreemde pinguïn. Een waggelaar, een twijfelaar, een niet-weten-wat-te-doeneraar.” Wie anders denkt en doet, hoort hier niet, veroorzaakt onrust en wordt verbannen. Zo vergaat het ook Lodewijk de koningspinguïn. Een verhaal om van te genieten, boordevol humor maar met een filosofische ondertoon. De illustraties van Sabien Clement vullen de tekst aan en zijn humoristisch en mooi in hun eenvoud.