Leven

Lennart Nilsson maakte al in de jaren zestig van de vorige eeuw ophef met zijn fotoboek over de ontwikkeling van het embryo tot foetus en baby. In dit grote en dikkere broertje overtreft de 84- jarige fotograaf zichzelf en zijn vroegere werk. Hij werd daarbij geholpen door geavanceerde apparaten als de elektronenmicroscoop die niet alleen honderdduizenden keren kan vergroten maar ook driedimensionale beelden kan maken. De grijswitte foto's die hij zo bekwam, heeft hij digitaal gekleurd. Het resultaat is tegelijk verbluffend en artistiek. Nilsson toont dingen uit het diepste binnenste van de mens, waar we soms wel van gehoord hebben maar die we nooit eerder konden zien. Het is verbazend hoe mooi we er vanbinnen uitzien. Het boek bestaat uit twee delen: het ontstaan van de mens en daarna hoe de mens er inwendig uitziet. Kijken is belangrijk in dit boek en dus staan er bij wijze van inleiding close-ups van het oog. Aan het begin van ieder leven staan een man en een vrouw; thermische foto's van een kus en van het mannelijk en vrouwelijk lichaam gaan het eerste deel vooraf. In deel I staan foto's van het DNA, de chromosomen, dan volgen de hormonen. Dat ze wispelturig kunnen zijn, wisten we al. Hier wordt dat geïllustreerd door iets wat lijkt op uiteenspattende kristallen. Het lijken echte juweeltjes. De bevruchting, het embryo en de foetus in verschillende stadia gaan de geboorte vooraf. Deze foto's herken je uit het eerste boek, ze zijn alleen veel mooier gekleurd en nog verfijnder. Op p.98 wordt het hart van een 24 dagen oud embryo prachtig getoond. In het tweede deel staan niet alleen foto's van organen en zintuigen, maar ook van stamcellen. Ze doen denken aan kwallen en plankton. Er wordt ingezoomd op de hersenen en de zenuwen. Die laatste lijken strengen wol of een struik in een storm. Bij de zintuigen roept een foto van het netvlies een gekleurd landschap in Antarctica op. Dan komen de spieren en de botten. Een heupkop beschadigd door reuma ziet er echt niet gezond uit (p.236). Dat botten, haar, tanden en de spijsvertering kunnen gefotografeerd worden is nog te begrijpen, maar dat het ook geldt voor bacteriën, virussen en atmosferische deeltjes ligt minder voor de hand. In dit gedeelte valt het op dat sommige bijschriften bij de foto's te specialistisch zijn. Op p.250 bijvoorbeeld staat bij een foto over bacteriën: "Een macrofaag steekt pseudopodia (schijnvoetjes) uit om Escherichia Coli bacteriën te vangen." Ha ja, zeg je dan als naar een foto kijkt van een rood bolvormig ding met tentakels dat goene dropjes vangt. Kankercellen zien er echt lelijk uit. Terwijl het HIV- virus op p.278 dan weer lijkt op blauwe pareltjes. Het boek eindigt met een essay waarin Lennart (Nilsson) en Leonardo (da Vinci) met elkaar vergeleken worden, deze tekst is van Hans Wigzel. Er is ook een nawoord van de uitgever. Dat dit een prachtig kijkboek is, heb je wel begrepen. Er staat weinig tekst in en de bijschriften zijn niet altijd goed te begrijpen, maar de beelden zijn zo sterk dat ze weinig uitleg behoeven. Een ideaal geschenkboek, een didactisch boek en uitermate geschikt voor bibliotheken.