Laat me niet alleen

Op een dag staat er een pinguïn voor de deur van het jongetje. De pinguïn loopt hem overal achterna. Hij kijkt heel verdrietig en misschien is hij wel verdwaald. Het jongetje besluit hem te helpen de weg naar huis terug te vinden. Niemand kan hem helpen, maar dan ontdekt hij in een boek dat pinguïns op de Zuidpool leven. Hij maakt zijn bootje klaar en pakt zijn koffer. Samen roeien ze naar de Zuidpool, waar het jongetje afscheid neemt van de pinguïn die hem verdrietig nakijkt. Eindelijk begrijpt het jongetje dat de pinguïn niet verdwaald, maar wel eenzaam is en gelukkig vinden ze elkaar terug. Een mooi en aandoenlijk verhaal, misschien een beetje vergezocht en compleet onmogelijk. Je kan niet naar de Zuidpool roeien. Maar goed, er zijn nog wel andere dingen die in dit verhaal niet helemaal lijken te kloppen, want alles wel beschouwd is de Zuidpool nu net dé plaats waar de pinguïn zich niet eenzaam zou moeten voelen. En waarom zegt hij de hele tijd niets (oké, pinguïns kunnen niet praten) totdat ze helemaal op het einde in hun bootje weer op weg naar huis zijn? Vooral het grote vierkante formaat van dit aantrekkelijke prentenboek, de eenvoudige gestileerde figuurtjes en de mooi ingekleurde, paginavullende illustraties spreken aan. De verteltaal is helaas nogal stroef, misschien door een slechte vertaling. Ook de titel past niet helemaal bij het verhaal.