Konijnen zingen in het donker

Voor Else is de wereld van boeken veel echter dan wat ze in het dagelijkse leven meemaakt. Haar ouders kunnen het niet meer met elkaar vinden en besluiten desondanks om toch maar niet te scheiden en Else duikt meer en meer onder in haar geliefde romans. Wanneer ze Lewis Carolls ‘Avonturen van Alice in Wonderland’ ontdekt, identificeert ze zich helemaal met Alice. "Hoewel dit het merkwaardigste boek was dat Else ooit had gelezen, herkende ze zichzelf erin, ze voelde zich net zo in de war als Alice en vond ook vaak dat mensen zich krankzinnig gedroegen. Vooral als ze het zelf niet doorhadden. Nu had Else wel vaker het gevoel dat ze over zichzelf las, maar deze keer was dat gevoel sterker dan ooit." (p. 22) Ze vindt het dan ook fantastisch wanneer ze met haar gekke dikke oom Robert (hij ziet er uit als een vriendelijk nijlpaard op twee benen) mee op vakantie mag naar Oxford. Want Oxford is de stad waar Lewis Caroll –Charles Dodgson in het echte leven– in de negentiende eeuw woonde en er werkte als wiskundige in Christ Church College. Oom Robert blijkt een heleboel over Charles Dodgson te weten; hij zou zelfs nog familie zijn van de man. De trip naar Oxford begint als een normale vakantiereis maar spoedig loopt alles uit de hand. Het grote avontuur start wanneer Else en oom Robert Christ Church College bezoeken. Net zoals het witte konijn in 'Alice in Wonderland' diept oom Robert een horloge uit zijn zakken op en zet het op een hollen, ondertussen roepend dat hij te laat zal komen. Alice probeert haar oom terug te vinden maar Oxford lijkt wel herschapen in een nieuw wonderland. Tijdens haar zoektocht beleeft ze de vreemdste avonturen en maakt ze kennis met allerlei geschifte personages. Ze ontmoet roeiende studenten die vogels blijken te zijn, twee oude tanige mannetjes in een hoge boom die eigenlijk takken zijn, een vliegende hond, een praatzieke bloem… Ze loopt ook vogelvrije konijnen tegen het lijf. Die zijn uit hun holen gezet door ijverige toeristen die in Oxford op zoek zijn naar het konijnenhol dat Alice destijds naar haar betoverde wereld voerde. Uiteindelijk vindt Else zelfs Oom Robert die als een verdrietige dodo in het museum voor Natural History is terechtgekomen. Klaus Hagerup heeft zich niet alleen wat betreft inhoud geïnspireerd op de avonturen van Alice in wonderland, ook zijn stijl en taalgebruik refereren sterk aan het werk van Lewis Caroll. De roman staat bol van raadsels, taalspelletjes, gedichten en koldergesprekken. Soms komen daar prachtige levenswijsheden uit zoals: "Je tijd gaat niet snel, jij gaat snel door je tijd. Ben je dat niet met me eens?" (p. 206), maar soms ook komen de talige hoogstandjes behoorlijk irritant over. Het hoofdmotief van dit boek ligt misschien wel besloten in een uitspraak van Oom Robert: "Als we in deze wereld iets willen bereiken, moeten we onze fantasie gebruiken." (p. 178) Zonder verbeelding is een mens –en oom Robert ondervindt het aan den lijve– een uitgestorven diersoort, alleen nog bruikbaar als museumstuk. Liefhebbers van de fantasiewereld van Lewis Caroll zullen deze roman van Klaus Hagerup eveneens kunnen smaken. Het boek heeft ook een aparte vormgeving gekregen met prachtige prenten van Fleur Van Der Weel.