Kleine onderzoekers

Insecten

Dit deel van de ‘Kleine Onderzoekers’ neemt jonge kinderen mee op ontdekkingstocht in de wereld van de insecten en andere kleine beestjes. Weetjes worden aan de hand van korte teksten en met computer gemaakte kleurrijke illustraties, op acht dubbele bladzijden weergegeven. Achter flapjes zit bijkomende informatie of een luchtige humoristische link verborgen. De dieren werden gegroepeerd volgens criteria zoals: de allergrootsten, de allerkleinsten, vliegende beestjes, enge kriebelbeestjes, grote families en de allermooisten. Op de laatste dubbele bladzijde is er aandacht voor nuttige beestjes en ook eetbare beestjes. Doorheen het boek worden slakken, rupsen en oorwormen gegroepeerd onder de titel enge kriebelbeestjes en niemand zal kunnen ontkennen dat regenwormen en bijen inderdaad allebei nuttige beestjes zijn. Er wordt een dubbele bladzijde aan de allerkleinsten gewijd, daarop wordt de faraomier even groot voorgesteld als de herculeskever op de bladzijden van de allergrootsten. Dat geeft niet alleen een enigszins vertekend beeld van de werkelijkheid. Wie dit boek wetenschappelijk benadert, zal teleurgesteld zijn. In deze uitgave die als titel insecten meekreeg, wordt het onderscheid tussen insecten en andere kleine dieren niet gemaakt. De terloopse toelichting 'Til de flapjes op en ontdek alles over insecten en andere kleine beestjes' ziet er oppervlakkig en vrijblijvend uit.

De cover van dit boek vermeldt dat het geschikt is voor kinderen vanaf drie jaar. Voor wie op zoek is naar een vrolijk ogende uitgave, die op speelse wijze een kennismaking met namen van dieren en hun eigenschappen biedt, kan dit hardkartonnen prentenboek inderdaad een opstap bieden naar meer wetenschappelijk gefundeerd werk. Kleine, zelfstandig lezende onderzoekers die de wereld van de insecten willen leren kennen, worden hier echter met weinig respect benaderd.