Kaatje en haar oma

Kaatje gaat logeren bij haar oma, die lekker veel tijd voor haar heeft. Terwijl opa zijn krant zit te lezen in de zetel, fluistert oma dat ze opa gaan verrassen door samen pannenkoeken te bakken. Kaatje en oma doen boodschappen en even later staat Kaatje in het deeg te roeren. Opa komt op de heerlijke pannenkoekengeur af. Na het eetfestijn mag Kaatje mee de afwas doen. Dan mag ze een doos uit de kast nemen. Er zitten parels en draad in en oma helpt Kaatje bij het maken van een halsketting. Als Kaatje haar nachtjapon aangetrokken heeft, leest oma nog een verhaaltje voor … Dit boekje maakt deel uit van een reeks peuterboekjes rond het meisje Kaat, waarbij telkens een ander thema wordt uitgewerkt. In dit boekje staat een dagje bij oma centraal. Oma heeft blijkbaar heel de dag tijd om met Kaatje bezig te zijn en daar genieten ze allebei merkbaar van. De belevenissen worden chronologisch en in de ik-vorm verteld. De stukjes tekst staan op de linkerzijde, telkens op een gekleurde achtergrond die met zwart omlijnd werd en die contrasteert met de achtergrond van de illustraties op de rechterpagina. De tekst vertelt wat er op de tekeningen is te zien (en omgekeerd): Kaatje die in het deeg roert, de boodschappen draagt, de afwas doet, … Een herkenbaar en erg toegankelijk verhaal voor peuters en kleuters die zelf een oma hebben en bovendien eentje die zoveel tijd met haar kleinkind kan doorbrengen. Het is een klassiek opgebouwd verhaal dat het rollenpatroon bevestigt. De tekeningen zijn herkenbare schilderijtjes in basiskleuren. Suggestief, doordat niet alles wordt afgebeeld; zo kan de peuter het beeld zelf verder invullen. De tekeningen zijn uitgewerkt vanuit het oogpunt van het kind. Alleen heeft Kaatje (net als haar mannelijke tegenhanger Kareltje) wel een erg vreemde neus, een beetje zoals een knuffelbeer/Nijntje. Een mooi en verzorgd boek met aandacht voor de doelgroep: afgeronde hoeken en stevig papier.