Toegegeven, ik heb even moeten wennen aan de sprekende dieren in dit boek, maar de twijfels waren snel verdwenen. Dit ‘Boomhut-achtige boek’ is zeker en vast het lezen waard. Je wordt er zelfs nog slimmer van, want spelenderwijs worden de Romeinen, de gladiatoren en de wagenrennen van naderbij bekeken. Extra leuk is dat de paginanummers in Romeinse cijfers geschreven zijn. Hoe die cijfers weer werken, vind je leuk uitgelegd achteraan in het boek. Ook een verklarende woordenlijst en spelletjes kan je hier terugvinden. Het was wel handig geweest als er eerder al naar (vooral) de woordenlijst verwezen werd. Ik was al halverwege toen ik merkte dat die lijst in het boek stond. Voor enkele termen had ik (als ‘niet-geschiedeniskrak’) ondertussen Google al geraadpleegd. 
Julius en Brutus zijn twee zebrabroers, maar omdat het niet echt klikt tussen hen verlaat Julius de groep en gaat hij op avontuur met een wrattenzwijn. Onderweg moeten ze gevaren trotseren. Tijdens een vlucht voor wolven belandt het duo in een put samen met een leeuw. Die put blijkt een val te zijn. De gevangen dieren worden naar een arena gebracht. Julius hoopt dat dit een circus zal zijn, maar niets is minder waar. Na een lange reis komen de gevangenen aan in Rome. Het laatste stukje moeten ze te voet afleggen. Een groep dieren (wrattenzwijn, zebra, giraf, leeuw, antiloop, krokodil en een helpende muis) wacht in kooien op hun lot. Ze worden in de arena gegooid om te vechten met de gladiatoren. Tegen alle verwachtingen in wordt Julius de held van de dag. Het publiek kiest zijn kant en Julius zorgt ervoor dat ‘zijn’ groep dieren gratie krijgt en een speciale opleiding tot gladiator mag volgen. 
Keizer Hadrianus wil hen immers zien vechten tijdens zijn Verjaardagsspelen. De echte gladiatoren zijn jaloers op de aandacht die de dieren krijgen en proberen hen op allerlei manieren te saboteren. De dieren zijn niet van plan om zich snel gewonnen te geven, want als zij het gevecht winnen krijgen ze hun vrijheid terug. Of dit zal gebeuren zullen we in het volgende boek moeten lezen. Laat deel 2 dus maar komen!
In het extra hoofdstukje achteraan in het boek komen we te weten dat Julius’ broer, Brutus, ondertussen tweederangs gladiator geworden is. Ook deze verhaallijn zal wellicht nog een vervolg krijgen. Ik kijk er in ieder geval al naar uit. Bij een grappig verhaal horen grappige tekeningen zoals deze. De illustraties zijn zwart-wit en voorzien van tekstballonnen. Doordat er veel tekeningen zijn, leest het boek als een trein waardoor ook jongeren die minder graag lezen aan hun trekken zullen komen.