Jij mag alles zijn

In 'Jij mag alles zijn' volgen we Lexi, een 8- (bijna 9-)jarig meisje. Het is schoolvakantie. In plaats van leuke uitstapjes te maken of op vakantie te gaan (zoals haar beste vriendinnetje), zit Lexi thuis met haar mama die verdrietig en moe in bed ligt. Lexi maakt zich grote zorgen om haar. "Mama heeft al elf dagen niets gegeten. Hoelang duurt het voordat zoiets gorilla-die-doodging-erg wordt?" Lexi kan alleen praten met haar kat, Aap en met oma. Maar oma heeft ook opa die veel moet rusten en niet goed tegen Lexi's drukte kan. "Opa houdt niet van drukte, want zijn hart is niet zo goed. Of misschien hield hij gewoon nooit van drukte. Dat weet Lexi niet precies. Daarom mag ze ook niet te vaak langskomen of te lang blijven. Want zelfs al probeert ze in zijn buurt rustig te doen, toch wordt het hem algauw te veel." Papa gaat elke dag werken en ziet niet dat mama niets eet. "Als er een wedstrijd bestond voor doen-alsof-eten zou mama die winnen." Gaandeweg komen we te weten dat Lexi niet altijd enig kind was. Er was ook een broertje. "Het was niet altijd zo. Vroeger werd er gelachen en gepraat en feestgevierd. Maar dat is allemaal heel lang geleden. Lexi was toen nog niet geboren, en Lexi vindt dat ze al heel lang heeft geleefd. Zij wel, dat is juist het probleem. Over zeventien dagen is Lexi jarig, dan wordt ze negen. Waarschijnlijk komt het daardoor dat mama niet eet. Want als Lexi jarig is, is Amos dat niet." Als mama naar een soort van ziekenhuis gaat om terug beter te worden, moet Lexi bij haar tante Arizona, een vrouw die Lexi nauwelijks kent, gaan logeren. Tante Arizona woont helemaal alleen in een heel net huis. Haar tante heeft ook zorgen. "Papa had haar al gewaarschuwd. Ze heeft veel meegemaakt. En zo gaat het dan. Dan ben je verdrietig. En als je verdriet hebt, moet je huilen." Lexi probeert te weten te komen waarom haar tante zo verdrietig is. Ze zal proberen haar weer gelukkig te maken. En als het bij haar tante lukt, dan misschien ook wel bij mama?

'Jij mag alles zijn' wordt door de grote boekenverkopers onder 'kinder- en jeugdliteratuur' geklasseerd. Het klopt, de nieuwe roman van Griet Op De Beeck heeft de look and feel die bij bij een kinderboek hoort. Op De Beeck zelf zou het eerder als een boek met twee doelgroepen beschrijven. Kinderen kunnen dit boek uiteraard lezen. Maar een volwassene die bereid is in het hoofd van een 9-jarige te wonen, kan dit ook zonder daarbij het gevoel te hebben een kinderboek te lezen.

Zoals we van Op De Beeck gewoon zijn, is het ook dit keer geen boek over marshmallows en suikerspin. Lexi groeit op met een moeder met zware psychische problemen, een vader die het huis ontvlucht en ze heeft enkel zichzelf waarbij ze haar eigen angsten kwijt kan. Lexi cijfert zichzelf weg en neemt de taken/verantwoordelijkheid van haar ouders op zich. Ze voelt zichzelf verantwoordelijk voor hun geluk. Doordat ze braaf en rustig is, vallen haar eigen noden niet op (parentificatie). Op De Beeck verwoordt op zeer geloofwaardige wijze de gevoelens en gedachten van de 8-jarige meid. De valse schuldgevoelens en de kleine momenten van hoop zijn hartverscheurend. Het boek kruipt onder je huid en laat je niet onaangeroerd. De prachtige illustraties in dromerige pastelkleuren sluiten wondermooi aan bij de gevoelens die de tekst oproept. "Jij mag alles zijn" krijgt Lexi te horen nadat ze een extreme poging doet om alles goed te maken. 'Jij mag alles zijn': een krachtige titel en een belangrijke boodschap voor elk kind.

Een verhaal over ouders en kinderen, over verdriet dat maar niet overgaat, over de zoektocht naar alle soorten beter. En over liefde, en wat dat eigenlijk echt is, of zou moeten zijn.