Ik moet echt heel nodig!

Herkenbaarheid troef voor ouders van net zindelijke kinderen. Net de deur uit zijn, en dan dat stemmetje: “Ik moet plassen”. Om dan samen op zoek te gaan naar de dichtstbijzijnde wc. Het gebeurt ook bij maki(?) Guus. Aan andere dingen denken helpt niet echt, een geschikte plaats zoeken ook al niet. Uiteindelijk is er dan toch een toilet, maar laat daar nu net een lange rij dieren staan wachten.  Er zit niets anders op dan netjes z’n beurt af te wachten. De opluchting is groot wanneer Guus eindelijk zijn plasje kan doen, maar dan zit het venijn toch nog in de staart.

Pipi en kaka verhaaltjes … ze bestaan in alle vormen, maten en kleuren. Ze blijven aanslaan. Zelf ben ik niet echt een grote fan. Maar de grappige illustraties in dit prentenboek deden me wel glimlachen. Guus is best wel schattig, en de wachtende dieren zien er meelijwekkend uit. 

De illustraties zijn vlak, maar de emoties worden zeer duidelijk en op grappige wijze weergegeven. Beedie gebruikt een aangenaam kleurenpalet in vooral groene, oranje en bruine tinten. Als leuk extraatje benut hij de binnenkant van de kaft om te laten raden wie op welke wc zit. De alliteraties leren je ook nog enkele synoniemen van “wc”.  Achteraan kan je dan binnengluren in de verschillende hokjes.

De tekst is duidelijk leesbaar, is eenvoudig en staat op rijm. De cadans ervan wisselt, waardoor je toch af en toe hapert. De woordkeuze is soms wel maar wat rijmelarij. Tekst en illustraties vullen elkaar goed aan.