Ik kan vliegen

Manu krijgt voor zijn twaalfde verjaardag een smartphone en een gitaar. Hij post een filmpje op zijn Instagramaccount waarin hij een liedje zingt van Elvis Presley, zijn favoriete zanger. Gesteund door de eerste positieve reacties daarop, post hij nog meer filmpjes. Al snel worden de reacties minder positief en gaat het van kwaad naar erger. Zowel op school als online wordt hij het slachtoffer van pesterijen. Manu komt steeds meer alleen te staan. Als zijn oma overlijdt, durft hij ook thuis zijn zorgen niet meer te delen en ziet hij nog maar één mogelijke uitweg. Gelukkig is er juf Lore die oog heeft voor Manu en hem leert omgaan met zijn moeilijkheden.

De schrijver baseerde dit verhaal op zijn eigen ervaringen en dat merk je als je dit boek leest. Een zeer persoonlijk verhaal brengen als fictie is niet gemakkelijk. Het gaat hier om het persoonlijk relaas van Manu, geschreven in de ik-vorm. De vele "m’ns" (waar ‘mijn’ beter op zijn plaats was geweest), ‘ges’ en ‘zijde gij’ moeten het verhaal authentiek en Vlaams laten lijken, maar storen mij als lezer. Ook met correcte schrijftaal is het mogelijk om de gedachten van een twaalfjarige onder woorden te brengen. Het personage van Manu wordt mooi uitgewerkt: een kinderlijke jongen die moeilijk aansluiting vindt bij anderen en zijn uitlaatklep vindt in muziek. De andere personages zijn zo oppervlakkig en dramatisch dat ze karikaturaal worden: de pester woont tijdelijk bij zijn grootouders omdat zijn vader in de gevangenis zit, de ongeïnteresseerde directeur rouwt om zijn zoon die zelfmoord pleegde … De problematiek van pesten in veel gelaagder dan in dit verhaal wordt voorgesteld. Het verhaal is ook erg voorspelbaar. Na enkele bladzijden weet je al wat de climax zal zijn. De boodschap van hoop die de schrijver wil meegeven ‘dat er altijd een oplossing is’ en dat ‘je er altijd over kan praten’ blijft erg vaag. Welke oplossing is er dan? En met wie praat je dan best? En wat komt er daarna? 

Ik hoop van harte dat het schrijven van dit boek de schrijver geholpen heeft om zijn eigen verleden een plaats te geven. Mogelijk kan het verhaal ook voor jongeren in een gelijkaardige situatie herkenbaar zijn, en dan hoop je dat zij ook een juf Lore hebben die er voor hen is en actief mee naar ‘een oplossing’ zoekt. Dat is wat dit boek mij ook leert: laat je helpen, dit kan je niet alleen. Met meer hulp van de uitgever had dit boek ook visueel aantrekkelijker kunnen zijn. De vormgeving laat nu te wensen over.