Ik kan het!

Bram is op zijn zachtst gezegd geen held. Terwijl zijn vriendjes spelen, zit Bram zich bang aan de kant af te vragen wat er fout zou kunnen lopen als hij mee zou doen. Al ben ik geen fan van alliteraties à la “Bange Bram”, toch voelde ik de eerste twee bladzijden een grote betrokkenheid. Dat veranderde helaas al een bladzijde later wanneer eerst Veerle Vogel, vervolgens Tinus Teckel en dan ook Sissy Slang (weer zo’n alliteraties) op de proppen kwamen, en hij hen om raad vraagt. Door te fluiten, te blaffen en/of te sissen zou de angst weg moeten gaan.

Wanneer Bram uiteindelijk bij zijn mama aankomt, wordt het verhaal wel heel erg moraliserend. Mama raadt Bram aan om “in het moment te leven”. Welke kleuter begrijpt zoiets? Bram is bang om te falen. Volgens mama is hij de enige persoon die denkt dat dat zal gebeuren. Dat ene zinnetje laat Bram het licht zien. Hij zal voortaan steeds “Ik kan het” zeggen. Hij zal zijn tranen wegvegen als hij valt, want falen hoort bij proberen. Welke kleuter zegt zoiets? Toch verdwenen de zorgen van Bram als sneeuw voor de zon en in no-time was alles opgelost.

Ook al is dit een boek voor kleuters vanaf een jaar of 5, toch wordt er hier wel heel kort door de bocht gegaan. De hulp van de dieren en dan een mama die er met een hele korte babbel voor zorgt dat Bram ineens van zijn angsten verlost is … wordt de bange kleuter wel au serieux genomen?

De illustraties beslaan dubbele pagina’s. Bovenaan is er een band van een 5-tal cm breed wit gelaten om daar de tekst te noteren. Dit maakt dat de tekst duidelijk is en dat de tekeningen volledig tot hun recht komen. De tekst op zich had wel wat beknopter mogen zijn.

Een prentenboek met goede bedoelingen, maar waar veel meer uit te halen was.