Ik kan ... fietsen!

Polle wil leren fietsen, maar dan liefst echt, zonder zijwieltjes. Hij speelt cowboy. Zijn fiets is een paard en hij is de ruiter, de straat is de prairie. Hij wil net als iedereen in zijn familie kunnen fietsen, zoals zijn papa, zijn mama en zijn zus Jana. Maar Polle is niet altijd even voorzichtig en al gauw smakt hij op zijn knie. Op de prairie zijn er namelijk vele vijanden: vuilniszakken en lantaarnpalen en fietsen en bankjes, …
Van zijn zus krijgt hij de tip om te blijven trappen en dat lijkt hem te lukken tot hij alweer een smak maakt. Hij had de lantaarnpaal niet gezien.
Dan besluit papa om hem te helpen, maar ook dat loopt verkeerd. Tot fietsenmaker Jazik hem een ultieme tip geeft.
De tekst is speels en blijft interessant, ondanks de grote hoeveelheid. De illustraties zijn helaas weinig origineel of boeiend. De parallel tussen cowboy en fietser die in de tekst gemaakt wordt, had bijvoorbeeld wel beter uitgewerkt kunnen worden in de prenten. Op één meer origineel idee na, waar Polle in een plas weerspiegeld wordt als cowboy.
Er zijn niet zoveel boeken over leren fietsen, dus dit boek is zeker welkom in de boekenkast van elke vijf-, zesjarige. Het bijgevoegde fietsdiploma en de medaille zijn een leuk extraatje.