Ik geef je een zoen:

Lief en leed van klein tot groot

Montse Gisbert bracht in haar eigen, leuke stijl meer dan dertig gevoelens, karaktertrekken, houdingen en gedragingen in kaart. Haar prenten tonen jonge kinderen, van prenatale tot basisschoolleeftijd, in voor ieder herkenbare situaties en een even herkenbare bijhorende innerlijke toestand. De trots om het alleen kunnen fietsen, de malligheid van stoer doen om indruk te maken op de vriendjes, het lekkere van nieuwsgierigheid, het genante van gêne om het blote … zij weet het te vatten in goedgekozen kinderlijke vormen en kleuren. Bette Westera verzon al even vaardig een passend gedichtje bij elke emotie. Zij maakte uitgebreid gebruik van rijm, maar nergens komt dat gezocht over. Alle verzen klinken heerlijk spontaan en lekker ritmisch. Een voorbeeldje: “Verlegenheid Ik wil wel met je spelen. Verstoppertje misschien? Dan kruip ik achter papa’s broek, waar jij mij niet kunt zien. Wat wil je, zeg je? Spelen? Wij samen? Nu meteen? Ik wil wel, maar ik kan niet. Ik zit vast aan mama’s been.” Met zin voor nuances wijst de schrijfster op het klein lijkende maar emotioneel zeer belangrijke verschil tussen eenzaamheid en lekker alleen zijn. Met een knipoogje voegt zij een PS toe aan het vers over de Vriendelijkheid die ‘meestal’ tentoongespreid wordt ten opzichte van het zusje: “Meestal is: als mama het ziet”. Het inlevingsvermogen en de fijne humor verhogen de inhoudelijke zowel als de stilistische kwaliteit van het boekje. Samen vormen Gisbert en Westera een ijzersterk duo. ‘Ik geef je een zoen’ is dan ook een boekje om opnieuw en opnieuw van te genieten samen met kinderen vanaf hun vierde tot ze de tekstjes zelf kunnen lezen.