Het vuur van de Kelten

Eeuwenlang al bevindt zich op het land van de familie Beckman een cirkelvormige heuvel, waarin niemand ooit iets bijzonders gezien heeft. Tot er op een nacht een illegale, archeologische boring plaatsvindt. Plots verschijnen er twee onheilspellende figuren: een meisje met kunstig gevlochten haren in een lang gewaad met een gordel van gouden ringen en een jonge krijger met een strijdbijl. De heuvel herbergt een geheim, en de eersten die dat inzien zijn Katja, de dochter van de familie Beckman, en Leon, de zoon van Brigitte, de archeologe die koste wat het kost de Keltische grafheuvel onderzoeken wil. De twee jonge Kelten hebben lang geleden de opdracht gekregen hun volk voor te gaan naar een nieuwe wereld. Door interne wrijvingen is het volk blijven hangen in een tussenwereld, en de twee Keltenkinderen moeten de heuvel ten allen prijze verdedigen, indien nodig met geweld. Katja en Leon hebben dat goed begrepen, maar hoe moeten ze dat de volwassenen, van wie er een aantal munt willen slaan uit de grafheuvel, duidelijk maken? Na een wat saaie inleiding wordt dit een spannend verhaal dat mysterieuze elementen van de Keltische cultuur op een min of meer geloofwaardige manier verbindt met een aantal gebeurtenissen uit onze tijd. Het bovennatuurlijke, de mythe, de oude legendes: alles sluit naadloos aan op de tegenwoordige tijd. Leuk gevonden is de wisseling van perspectief, waarbij we als lezer naar de hedendaagse wereld kijken door de ogen van de twee Keltenkinderen. Bovendien is het verhaal zodanig geschreven, dat je accepteert dat de twee jonge Kelten figuren van vlees en bloed zijn. De geschiedenis wordt hier echt wel tastbaar. De personages zijn heel herkenbaar, er is een goede mix van magie en spanning, de taal zit in het juiste register, ja zelfs het nodige snuifje romantiek is aanwezig. Kortom, dit is een ideaal boek om op vakantie te lezen, of op een regenachtige herfstdag.