Het ventje met rood haar

Er was eens een ventje met rood haar dat alleen in het bos was gaan wonen, ver weg van de mensen, omdat iedereen hem altijd nakeek. Zijn enige gezelschap zijn Langoor, het konijn, en Kwibus, de elf. Op een dag sluipt hij ’s nachts naar het dorp, om er eens een kijkje te nemen. Hij maakt er kennis met een meisje dat erg ziek is. Langoor en Kwibus helpen hem het meisje te genezen. De dorpelingen zijn zo blij, dat ze hem vragen weer in het dorp te komen wonen. En zo is iedereen weer gelukkig. In haar praktijk als voetreflexologe, herboriste en relaxatietherapeute heeft de auteur heel wat contact met jongeren met problemen allerhande. Tijdens deze sessies ontstonden verhalen met een "diepe moraal die ieder van ons kan boeien". 'Het ventje met rood haar' is zo’n verhaal. De auteur wil ons leren hoe moeilijke situaties soms toch tot iets goeds kunnen leiden. Een verhaal met een moraal dus, die, mocht je hem op het einde nog niet begrepen hebben, ook nog eens expliciet verwoord wordt. Dit ‘sprookje’ is flauw, melig, clichématig en voorspelbaar, en dat geldt ook voor de illustraties. Een verhaal van dertien in een dozijn.