Het moerasmeisje

Dit verhaal speelt zich af in Noord-Ierland in 1981 toen de hongerstaking van IRA-leden in de beruchte Maze-gevangenis op zijn hoogtepunt was. Fergus’ broer is een van hen.
In een turfwinning aan de grens tussen Noord- en Zuid-Ierland ontdekken Fergus en zijn oom, bij het illegaal turfsteken, het gemummificeerde lijk van een meisje. Er stellen zich enkele problemen. Aan wie moeten ze melden dat er een lijk ligt? Op welk Ierland ligt het lijk? En wat als ze dan moeten bekennen dat ze op Zuid-Iers grondgebied illegaal aan het turfsteken waren?
Fergus zit in zijn laatste jaar secundair onderwijs. Hij is een briljant student en hoopt op een beurs om in Schotland geneeskunde te kunnen studeren. Hij wil weg uit Noord-Ierland en weg van de politieke spanningen. Anders dan zijn broer wil hij er niets mee te maken hebben. De werkloosheid is hoog in Noord-Ierland. Om iets bij te verdienen runt zijn moeder een B&B, maar door de onveilige situatie komen er zelden gasten.
Fergus raakt in de ban van het veenmeisje. Wie was ze? Hoe is ze gestorven en waarom? Wanneer leefde ze? Het veenmeisje beheerst zijn gedachten. Hij noemt haar Mel. Hij droomt over haar. (Deze dromen zijn cursief gedrukt.)  Elke morgen als hij gaat joggen loopt hij langs de vindplaats. Als een groep archeologen uit Noord- en Zuid-Ierland aan de opgraving begint, komen een moeder en haar dochter bij Fergus thuis logeren. Daar groeit de angst omdat de toestand van de hongerstakende broer verslechtert. Binnen het gezin is er onenigheid: vader keurt de hongerstaking goed, moeder is tegen. Fergus probeert zijn broer om te praten, maar het helpt niet.
Tijdens het joggen passeert Fergus de grenspost, bewaakt door steeds dezelfde jonge dienstplichtige, Owain. Hij komt uit Wales en heeft evenals Fergus de pest aan de conflicten. Er is echter nog iemand die gezien heeft dat Fergus vertrouwelijk omgaat met de grenswacht. Een dorpsgenoot, die zich voordoet als IRA-lid, chanteert Fergus door te beloven dat de leiding van het IRA zijn broer opdracht zal geven te stoppen met hongerstaken als Fergus koerier wil spelen. Met grote tegenzin brengt Fergus pakjes heen en weer over de grens. Alleen met zijn oom durft Fergus open te praten.
Via de archeologen volgt hij het verloop van het onderzoek. Mel zou in de IJzertijd geleefd hebben en ze is waarschijnlijk geofferd om de goden gunstig te stemmen.
Fergus wordt verliefd op Cora, de archeologendochter. Maar het blijkt een meisje te zijn dat zich moeilijk kan binden. Ondertussen zit hij volop in zijn eindexamen. De vriend van zijn broer sterft door de hongerstaking en het IRA stopt na tien doden met de actie. Broer Joey wordt in coma naar het ziekenhuis gebracht. Zijn ouders zijn het oneens over wel of niet kunstmatig voeden. Moeder en Fergus winnen het pleit en Joey krijgt een infuus.
Ondertussen ontdekt Fergus dat de opdrachtgever waarvoor hij koerier speelt niet voor het IRA werkt maar dat het een ordinaire smokkelaar is. Ook zijn oom waarin hij zoveel vertrouwen heeft, speelt dubbel spel. Zijn ‘vriend’, de grenswachter, komt om bij een bomaanslag. Fergus is opgelucht als hij eindelijk de veerboot naar Schotland kan nemen om geneeskunde te gaan studeren.
Dit is een prachtige jeugdroman over de bloedige strijd in Noord-Ierland. Het duurt even eer je klaar ziet in al de afkortingen: provo, RUC … maar het verhaal is mooi opgebouwd. Een jongen op de grens van volwassenheid in een verscheurd land en de geschiedenis van een meisje dat zoveel eeuwen geleden in hetzelfde land woonde en ook gewelddadig stierf, worden mooi door elkaar geweven. Ook het mechanisme van hoe een verzet-/terreurorganisatie werkt en welke drukkingsmiddelen ze gebruiken, wordt duidelijk. Een authentiek, ontroerend en spannend boek.