Het lied van de vreemdeling

Het verhaal brengt ons terug naar 41.000 jaar geleden. Het neanderthalermeisje Une en de jongen Nano, homo sapiens, leren elkaar kennen. Na een enge gebeurtenis gaan ze samen op pad, op zoek naar een plek waar ze zichzelf kunnen vinden.

Afwisselend krijg je inkijk in de denkwereld van Une en Nano. Beiden hebben ze twijfels en toekomstdromen. Ze zijn op zoek naar wat hun positie is in de stam waartoe ze behoren. Ze doen hun best om elkaar te begrijpen, ondanks de grote verschillen die er zijn. Ze spreken een andere taal, ze hebben verschillende gewoontes en gebruiken, en ze zien er anders uit. Dit wordt mooi omschreven, bijvoorbeeld in een passage waarin Une en Nano elkaars voorhoofden vergelijken. Samenleven is moeilijk. Toch is er ook heel wat dat hen verbindt.

Het verhaal is boeiend tot op zekere hoogte. Er wordt een levendige voorstelling gegeven van de manier van leven toen. Harde culturele gebruiken worden onomwonden beschreven. En hoe vreemd deze soms ook zijn, je krijgt hier als lezer begrip voor.  

De afloop is eerder voorspelbaar en ongeloofwaardig. En ook wat moraliserend. Het boek eindigt op het punt wanneer het net echt boeiend wordt. Misschien komt er nog een boek als vervolg op dit verhaal?  

Tijdens het lezen van het boek, wordt het duidelijk dat de auteur, die als archeologe werkt, er van overtuigd is dat neanderthalers niet de domme holbewoners waren waar ze vaak voor worden aanzien. De extra uitleg op het einde van het boek verduidelijkt dit standpunt.

Al bij al, een fijn jeugdboek voor jongeren die geboeid zijn door geschiedenis.