Het kleintje van Manu

Het is lente. Dik tegen zijn zin moet Manu nog wel een muts aan van zijn mama. Als je de muts ziet, begrijp je Manu wel. Terwijl mama met de buurvrouw praat, ontstaat bij de kleuter de wens om “een kleintje" te krijgen. Dat kleintje blijkt een insect te zijn. Mama blijft maar babbelen en Manu besluit om zelf op zoek te gaan naar zo’n kriebeldiertje. Hij gebruikt de pompon van zijn megamuts als nestje. Mama is ondertussen klaar met babbelen en zet de muts zonder pompon terug op Manu’s hoofd. De boze kleuter verstopt hem op zijn beurt in de gieter. Zijn humeur krijgt wel een opkikker als hij ziet dat er een prachtige vlinder op zijn “pomponnestje” zit. Vol bewondering bekijkt Manu samen met zijn mama het elegante insect. Nadien is het tijd om weer naar binnen te gaan, maar niet zonder eerst de muts uit de gieter te halen.
Een verhaal waarin verwondering en genieten van kleine dingen centraal staan. Eerder een ongewoon onderwerp in deze hectische wereld. Toch vind ik het verhaal wat dunnetjes. Er gebeurt nauwelijks iets en wat er gebeurt of te zien is op de prenten heeft niets met de werkelijkheid te maken. Vlinders hebben geen 'nestje' nodig en gouden regen, krokussen en paardenbloemen bloeien nooit tegelijkertijd. De illustraties zijn over het algemeen teleurstellend; Manu zonder muts deed me wat denken aan een 'monchichi'- aapje. Much ado about nothing.