Dit boek is speciaal samengesteld door Hieke van der Werff voor jonge kinderen die onder de middag op school blijven eten. De verhaaltjes zijn dan ook op lunchlengte uitgekozen.
Wat meteen duidelijk wordt in de inleiding, is dat het een Nederlandse uitgave is. Het deugdenproject wordt ingeleid, als basis van dit boek. Ondertussen is dit project ook van start gegaan in België, en wordt het vooral in methodescholen toegepast.
Het project gaat uit van de innerlijke kwaliteiten van het kind en wil de kinderen stimuleren door hen te leren om kwaliteiten op te merken bij andere mensen en bij zichzelf.
Het boek bestaat uit korte verhaaltjes, met telkens een paar gerichte vragen en een korte activiteit. De verhaaltjes maken deel uit van grotere series, die over het hele boek terugkomen. In de inleiding wordt van elke serie een samenvatting gegeven.
Wat meteen duidelijk wordt bij het openslaan van dit boek, is dat het zonder twijfel gericht is op leren. Zo worden bepaalde woorden in de tekst bijvoorbeeld cursief gedrukt, woorden waarmee men het kind wil helpen om na te denken over grammatica, zo stelt van der Werff.
Verhalenbundels zijn leuk, maar een boek als dit is toch vooral gericht op (bepaalde) scholen en op het educatieve aspect van voorlezen.