Het grote boek van Klein-Mannetje

Deze bundel bevat de drie verhalen over Klein-Mannetje die in de jaren tachtig voor het eerst verschenen. Het zijn leuke avonturen die vlot voorgelezen kunnen worden. De kleurrijke, ingekaderde illustraties zijn onmiddellijk herkenbaar als de stijl van Velthuijs. Kikker en zijn vrienden komen in deze verhalen voor. Toch missen de illustraties de aantrekkingskracht en het verhaal de eenvoud van de populaire Kikker-boeken.
'Klein-Mannetje heeft geen huis' is het eerste verhaal in deze bundel. Klein-Mannetje is zoals zijn naam het zegt een heel klein mannetje. Hij is heel gelukkig en tevreden, tot de regen zijn huis, een oude schoenendoos, vernielt. Hij gaat op zoek naar een nieuwe woning en komt Kikker tegen. Een glazen pot, een koffiepot, konijnenhol, slakkenhuis zijn allemaal niet geschikt. Tot hij een klein vrouwtje tegenkomt.
In 'Klein-Mannetje helpt een vriend', komt voor het eerst de figuur van Kikker voor. Kikker gaat zwemmen en vindt een fles met een briefje in. Klein-Mannetje komt langs en samen gaan ze op zoek naar de schrijver van het briefje, die om hulp vraagt. Eend heeft geen hulp nodig, maar moeder Konijn wel, want Konijn is zoek. De vrienden gaan hem zoeken en vinden hem. Konijn is gevallen en kan niet meer lopen, maar de vrienden helpen hem naar huis, waar hij goed wordt verzorgd.
'Klein-Mannetje vindt het geluk' sluit het boek af. Klein-Mannetje vindt een klavertjevier. Hij is zo blij, want hij heeft het geluk gevonden. Hij wordt een beetje overmoedig en onvoorzichtig. Er kan hem niets overkomen. Maar aan alles komt een eind: het klavertje wordt slap tegen het einde van deze heel erg mooie dag.