Het eiland

Aan dit prentenboek zonder woorden kan je alleen je eigen interpretatie geven. Boven een blauwe zee hangt een dikke witte wolk. Uit die wolk klimt een ijsbeer langs een touwladder naar beneden. Op een hoge duin begint hij een bouwsel van stokken te maken, daarbij gadegeslagen door een groeiend aantal pinguïns. De ijsbeer zwemt in zee en ontmoet weer andere dieren. Op de achtergrond zie je een golf die doet denken aan één van de bekende Japanse prenten. Als de ijsbeer moe is van het zwemmen is zijn bouwwerk een baken dat hem de weg naar zijn eiland wijst. Hij heeft ook een soort reuzenrad gemaakt en daarop komen de meest uiteenlopende dieren met hem spelen. Maar het bouwwerk begint er wankel uit te zien. Een neushoorn brengt de ijsbeer aan land maar de ijsbeer zwemt terug naar zijn eiland. Daar staat een wasbeertje hem op te wachten, het speelt een welkomstwijsje op zijn viool. Het wankele bouwwerk is ondertussen verfraaid. Samen kijken het wasbeertje en de ijsbeer naar de vallende sterren.
Wat is de bedoeling achter deze prenten? Vrienden of avontuur zoeken en uiteindelijk vaststellen dat het al heel veel betekent als je één echte, goede vriend hebt? De illustraties zijn pastelkleurig, de tekeningen minimalistisch. Ik weet niet zo meteen welke kinderen door dit boek aangesproken kunnen worden.