Het comavirus

De opa van Stefan heeft een levensbedreigende ziekte. Hij is besmet met het comavirus. Stefan is zijn ouders verloren bij een auto-ongeval en heeft behalve zijn opa geen familie meer. Hij wil zijn opa niet verliezen. Stefan ontdekt dat een indianenstam in het Amazonegebied in Peru het medicijn tegen dit virus kent. Het is de wortel van een plant die alleen daar groeit en geneeskrachtige eigenschappen heeft. Samen met Marco gaat Stefan de plant halen. Maar wanneer Marco niet in de vlieghaven verschijnt, is Stefan volledig op zichzelf aangewezen en maakt hij de reis in zijn eentje. Hij verneemt zelfs dat Marco is vermoord omdat hij als enige wist waar die indianenstam leeft. Gelukkig leert Stefan bij aankomst in Peru Ruben kennen. Ruben is een Nederlandse jongen die al jaren in Peru woont en dus Spaans spreekt. Samen beginnen ze aan hun avontuur. De onbekende indianenstam is moeilijk te vinden maar met de aanwijzingen die Marco heeft gegeven, weten ze het volk te vinden. Dit is niet zonder gevaar want zij blijken niet de enigen die geïnteresseerd zijn in de geneeskrachtige plant. Vertegenwoordigers van een farmaceutische firma willen de plant bemachtigen. Twee wetenschappers die onderzoek doen in het Amazonegebied zijn niet zuiver op de graat. Het indianenopperhoofd gelooft het verhaal van Ruben en Stefan echter niet en ze dreigen even gevangen genomen te worden voor de rest van hun leven. Quino heeft hun verhaal zo verdraaid dat het lijkt of de wetenschappers de slachtofers zijn van Stefan en Ruben. Gelukkig is er Xinqu die hen wel gelooft en hen helpt om de plant te bemachtigen en te ontsnappen.
Dit debuut van de 64-jarige auteur weet best te boeien. Het verhaal is wel voorspelbaar en volstrekt ongeloofwaardig, maar dit neemt de spanning niet weg. De Spaanse woorden die af en toe gebruikt worden, staan cursief gedrukt en de betekenis ervan is meestal af te leiden uit de context maar jammer genoeg niet altijd. Dit maakt het voor de lezers soms onduidelijk. Een woordenlijst achteraan zou handig zijn. Tijdens het lezen van het verhaal kom je allerlei aan de weet over het Amazonewoud en de indianenstammen. De hoofdstukken zijn niet echt kort. De auteur gebruikt veel dialogen. De cursief gedrukte tijdweergave maakt het gemakkelijk om te volgen. Een avonturenverhaal dat vlotjes wegleest.