Help, ik wil eruit!

Op het eerste zicht lijkt de familie Gruber erg doorsnee. Papa zit op zolder en houdt zich enthousiast bezig met zijn modelspoorbaan. Mama werkt in de tuin en verzorgt haar geliefde bromelia’s. Dochter Fabienne is verliefd op een popster, levert een gevecht tegen de puberteit en de spiegel waar ze urenlang voor staat. En dan heb je nog zoon Henrik. Over Henrik valt niet veel te zeggen. Hij vindt zijn leventje als tienjarige eigenlijk zelf ook wel saai. Regelmatig denkt hij dat het wel leuk zou zijn als daar eens verandering in kwam. Dat gaat sneller dan je denkt, blijkbaar, want op een dag staat zijn oma Cordula voor de deur. Cordula is geen gewone oma. Ze is gevlucht omdat ze brand heeft gesticht in het bejaardentehuis waar ze verblijft en wil bij de Grubers logeren. Oma vindt het leven in het gezin vreselijk saai. Ze stookt dan maar wat onrust, door een geheim aan elk gezinslid te vertellen. Haar vader zou ooit drie echte goudstaven in de achtertuin begraven hebben. Elk gezinslid begint ’s nachts en stiekem te graven, maar algauw ontaardt dit in een hoop wantrouwen en beschuldigingen. Iedereen wil de goudstaven zelf vinden. Tot overmaat van ramp verspreidt het nieuwtje zich over de hele stad en dit ontketent een echte goudkoorts.
Het gezin valt uiteen: papa’s meest bijzondere modeltrein sneuvelt, de bromelia’s van mama zijn allemaal verdwenen door de vele putten in de tuin en Henrik en Fabienne kunnen elkaar niet meer uitstaan. Het gaat zelfs zo ver dat mensen niet meer gaan werken, bussen rijden niet meer en het aangrenzende stadspark wordt helemaal omgewoeld. Het leven draait nog maar om één ding: het goud vinden! Maar wie zegt dat Cordula de waarheid vertelt?
Een verhaal met veel humor en leuke observaties. Het thema ‘hebzucht’ wordt zo overduidelijk in de kijker gezet, en de hoofdpersonages worden haast karikaturale typetjes. Henrik is de rustbrenger in het verhaal. Hij is de rustige observator die van aan de zijlijn toekijkt en nadenkt. Maar ook hij ontsnapt niet aan de massahysterie rond de goudstaven.
Het is leuke en ontspannende lectuur, mits je over de slordigheden kan heen kijken. Cordula wordt soms aangesproken met ‘tante’ in plaats van ‘oma’, de vertaling valt wat mager uit, zoals bijvoorbeeld de familienamen die in ons taalgebied toch niet vertrouwd klinken: Gruber, Goldmann ... Ook zijn er hier en daar wat zinsconstructies of woorden die niet aansluiten bij de leefwereld van het doelpubliek.