Rufus, een draakje, mag bij oma gaan logeren. Mam en Rufus vliegen samen over de vuurbergen er naartoe. Rufus vliegt in oma's armen en krijgt een dikke vuurknuffel. Mama vliegt terug naar huis en Rufus mag samen met oma vlambal spelen. Ze spuwen de bal met een enorme vlam naar mekaar. Rufus krijgt er na een tijdje enorme honger van en vindt het heerlijk als de hete soep van oma op zijn tong brandt. Voor het slapengaan vertelt oma een verhaal van een vuurkoning in een vulkaan. Rufus luistert ademloos en stilaan vallen zijn oogjes toe. Hij wil oma nog een vuurkus geven maar er komt geen vlam meer uit zijn bek. Hij huilt, hij heeft heimween, en het heimween blust alle vuur in zijn bek. Daar moet vlug een oplossing voor gevonden worden. Dit is een kleurrijk prentenboek met zeer grappige illustraties van een drakenfamilie. Warme rode en oranje tinten en blauwe nachtkleuren overheersen. De vurige voorkeuren van de draken komen goed volgehouden aan bod in het verhaal. In de onderliggende gevoelens zal een kleuter zich wel kunnen vinden. De summiere, maar goedlopende tekst laat zich prima voorlezen.