Goed bezig, Sigi!

Jan Simoen is zo'n schrijver die van vele markten thuis is. Met evenveel gemak schrijft hij jeugdromans over ex-Joegoslavië en de gevreesde ziekte aids als luchtige verhalen over de bijna dertienjarige puber Sigiswald ofte Sigi. Wat hij ook schrijft, tot dusver wist Simoen er mij mee te bekoren en dat is ditmaal niet anders. De hilarische belevenissen van een jongen die gezegend is met gescheiden ouders en een naar eigen zeggen idioot broertje lepel je net zo vlug naar binnen als een luchtig geklopte dot slagroom; dit maar om te zeggen dat het lekker leesvoer is. Alleen al de achterflap zet je tot lezen aan. Sigi’s tirade over zijn onmogelijke verjaardagsdatum midden in de examens is verfrissend en grappig geschreven en zet de toon voor het hele boek. Niet alleen is dit prettig om lezen, bovendien zet Simoen hilarische personages neer. Sigi’s vader Henk en zijn West-Vlaamse, vegetarische, tegen groenten pratende vriendin Heidi vormen een komisch stel. Zoals het een echte puber betaamt, zet Sigi zich ook geregeld af tegen zijn soms behoorlijk wereldvreemde moeder en zijn jongere broertje Wieland. Dat alles leidt tot lotgevallen over liefde en luizen, de gruwel van eerste schooldagen, een magisch tentendorp en veel, veel meer. Humor is een moeilijk genre, maar Simoen komt er moeiteloos mee weg. Uitroepen als ‘Wie gelooft die mensen nog?’ verwijzen voor de oplettende lezer overduidelijk naar de Belgische politiek van de afgelopen maanden, maar zijn hier bedoeld voor Sigi’s ouders. Die verwijzingen naar de actualiteit kunnen voor extra leesplezier zorgen, maar maken ook dat het boek gevoelig is voor gedateerdheid. Maar laat dat vooral de pret niet drukken! Wie zich eens goed wil amuseren met een gesmeerd lopend boek zonder zware maatschappelijke onderwerpen, weet wat hij ter hand moet nemen. Al bevelen we de zwaardere kost van Simoen ook ten zeerste aan!