Krook heeft nergens zin in. Zelfs niet in zwemmen, fietsen of in bomen klimmen. Giraf denkt dat hij ziek is. Zebra denkt dat hij last heeft van aanstelleritis. Krook is ziek, dus sleept Giraf hem naar zijn bed en bedient hem op zijn wenken. Kruidenthee, koekjes en een verhaaltje later staat Krook stoer te doen op zijn bed. Als Giraf hem zegt dat hij genezen is, begint Krook heel hard te kreunen dat hij de krookeritis heeft. Hij heeft het in zijn buik, zijn keel, ogen, poten, tenen, kortom overal. Om Krook beter te maken besluiten ze naar Olifant te gaan. Deze woont natuurlijk helemaal boven aan de berg. Giraf mag Krook in een karretje helemaal tot aan de top trekken. Olifant heeft de perfecte remedie voor de krookeritis van Krook, een bruine fles waar een bitter en zuur drankje inzit. Nog voor hij ervan geproefd heeft, is Krook genezen! Dit is het zesde boekje over Giraf en zijn vrienden. Je bent fan of je bent het niet, van dit pastelkleurige eiland, bevolkt door aangeklede dieren, die op hun achterpoten lopen. De dieren gedragen zich dus heel erg menselijk; 'doen alsof' is iets wat elke kleuter wel zal herkennen. Een leuk extraatje is de krab die op haast elke prent is terug te vinden. Zij kijkt toe vanop de zijlijn, van achter een emmertje of een handdoek, op het strand...