En toen? Het boek over Miezel, Moem en Kleine Mie

In 1952 voor het eerst verschenen, heeft het trollenverhaal van de Finse Tove Jansson nog niets aan frisheid verloren. Moem, een figuurtje dat aan een hond doet denken, loopt door het bos. Dat gaat zo: "Door een bos vol vreemd gespuis was kleine Moem op weg naar huis. Een bus met melk had hij gekocht. Moem zuchtte: 'Wat een zware tocht!' Takken kraakten, raar gefluister. De wind? Een gluiperd in het duister? De schemering sloop naderbij. En toen? Hoe liep het af denk jij?" Dit ijzersterke begin betrekt de lezer/luisteraar onmiddellijk bij het verhaal. De illustraties zijn zwaar en donker met hier en daar doorkijkjes naar wat volgt. Ja, hoe liep het af? In de verte meent Moem iets vreemds te zien op het dak van hun huis. Het is Miezel die huilend vertelt dat ze haar zusje, kleine Mie, verloren is. Als je goed naar de prenten kijkt zie je kleine Mie op elke bladzijde ergens verstopt zitten. Moem en Miezel gaan dan samen op zoek. Elke bladzijde eindigt met: "En toen? Hoe liep dit af, denk jij?" De doorkijkjes laten de lezer meer zien dan wat Moem en Miezel kunnen zien. Na tal van avonturen hebben ze wel kleine Mie gevonden maar de melk die Moem bij zich had, is niet meer te drinken. Gelukkig heeft Mamamoem sap van aalbessen om hun dorst te lessen. Het hele verhaal staat op rijm, knap vertaald. Het is niet alleen spannend, het is ook bijzonder grappig. Heel leuk om voor te lezen aan kinderen vanaf vier jaar; zelf lezen vanaf acht jaar.