Ellie en Nellie op het onbewoonde eiland

Omdat Ellie en Nellie zo’n vreselijke pestkinderen zijn, verhuist de hele familie naar Spanje, waar ze opnieuw kunnen beginnen. Ellie en Nellie hebben het echter zo niet begrepen, en dromen er al van Spaanse kinderen te pesten. Onderweg op de boot ontdekt vader een schatkaart: op het Tweelingeiland zou een schat verborgen zijn. Ze varen met hun vader ernaar toe en gaan op zoek. Dat is uitermate saai, en dus plagen ze de dieren: ze leggen een schildpad op haar rug, stoppen stenen in het konijnenhol, vangen een wrattenzwijn en een papegaai en rollen ze op in hun jurkjes. Ondertussen gaat de zoektocht verder. Uiteindelijk vinden ze de schatkist in een donkere grot. Maar hoe raken ze nu van het eiland af? Want de dieren, die ze eerder op de dag gepest hebben, zijn uit op wraak, en sluiten beide uitgangen van de grot af. Zo krijgen Ellie en Nellie een koekje van eigen deeg. Of ze hun lesje geleerd hebben is maar zeer de vraag. De verhalen over Ellie en Nellie zijn altijd grappig. De boeken zijn bovendien spannend, en de de vele, luchtige dialogen geven het verhaal vaart. De auteur schetst de tweeling ten voeten uit: van overdreven superlief naar volwassenen tot supergemeen naar zwakkeren (in dit geval dieren). Het taalgebruik is eenvoudig, helder en direct. De bladspiegel is nergens overladen: de omkaderde tekst bestaat uit korte zinnen en wordt voortdurend afgewisseld met grappige wit-zwarttekeningen van Annemarie van Haeringen. Dit blijft fun.